Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. S. Konya, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
1.
hij op of omstreeks 21 juni 2018, te [plaats] , op of aan de openbare weg [straat 1] , althans een openbare weg, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon, genaamd [benadeelde 1] , heeft gedwongen tot de afgifte van een bankbiljet van 50 euro, in elk geval van enig geldbedrag/goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte:
hij op of omstreeks 23 mei 2018, te [plaats] , in een woning, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hanger van een ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd [benadeelde 2] (geboren op [geboortedatum] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2] en/of haar partner [benadeelde 3] (geboren op [geboortedatum] ), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte:
hij op of omstreeks 27 juni 2018, te [plaats] , op of aan de [straat 2] , althans een openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon, genaamd, [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
hij op of omstreeks 27 juni 2018, te [plaats] , opzettelijk een ING bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gevonden voorwerp, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op of omstreeks 08 juli 2018, te [plaats] , in/uit de woning [adres 1] , een portemonnee, een acer laptop en/of een Kipling rugzak, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
hij op of omstreeks 08 juli 2018, te [plaats] , opzettelijk een portemonnee, een Acer laptop en/of een Kipling rugzak, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als zijnde aan hem afgegeven door die [benadeelde 5] , wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op of omstreeks 12 juli 2018, te [plaats] , in/uit de woning [adres 2] , waarbij hij zich de toegang heeft verschaft tot die woning middels braak en/of inklimming, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [benadeelde 6] heeft weggeduwd waardoor deze ten val kwam;
hij op of omstreeks 27 juni 2018, te [plaats] , in/uit de woning [adres 3] en/of in/uit een auto, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een pinpas, een Fiat autosleutel, een laptoptas met daarin een HP laptop + toebehoren en/of nog een HP laptop en/of een potje met kleingeld en/of een jas met daarin een sleutelbos en/of nog een jas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 7] , [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij op of omstreeks 27 juni 2018, te [plaats] , opzettelijk een RABO bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gevonden voorwerp, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in of omstreeks de nacht van 9 op 10 juli 2018, te [plaats] , in/uit de woning [adres 4] , heeft weggenomen een Playstation 4, een Wii en/of een Tv, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
1.
hij op of omstreeks 03 maart 2018, te [plaats] , met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon, genaamd [slachtoffer 2] (pizzabezorger), heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (met als inhoud ongeveer 70 euro, een rijbewijs tnv [slachtoffer 2] en/of een tankbon), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [bedrijfsnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer 2] van achteren bij de armen heeft vastgepakt en/of daarbij de woorden heeft toegevoegd: "Je portemonnee. Nu die werkbeurs. Snel", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of daarbij die [slachtoffer 2] met iets hards in zijn rechterzij heeft geprikt en/of daarbij nogmaals de woorden heeft toegevoegd: "Je werkbeurs", althans woorden van gelijke aard of strekking;
hij op of omstreeks 30 december 2017, te [plaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in/uit de woning [adres 5] , (een) goed(eren) van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan een persoon, genaamd, [slachtoffer 3] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen van zijn gading onder zijn bereik te brengen door middel van braak, met voormeld oogmerk heeft getracht de voordeur van die woning te forceren om zo die woning binnen te komen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Overweging met betrekking tot het bewijs
“Beoordeling van het bewijs
[…]
Parketnummer 18/730165-18
Feit 1. (Straatroof op [straat 1] )
1. De door verdachte ter zitting van 4 december 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 21 juni 2018 in [plaats] ben ik samen met een man in de richting van het station gefietst en ik ben tegelijk met hem door het tunneltje bij het station gegaan.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 juni 2018, opgenomen op pagina 41 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummers 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331 en 2018176566, d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [benadeelde 1] :
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 21 juni 2018, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op donderdag 4 juli 208 bekeek ik de gevorderde camerabeelden van de ABN AMRO pinautomaat aan de Prins Hendrikstraat te [plaats] . Ik zag dat op 21 juni 2018 te 04:38 uur op de camerabeelden van de ABN AMRO pinautomaat aangever [benadeelde 1] bij de pinautomaat staan. Kort daarop zag ik dat een manspersoon, de verdachte, naar de aangever toe fietst, die aan het pinnen is. Ik zag dat de verdachte de aangever aanspreekt en dicht bij hem gaat staan. Ik herken de manspersoon als [verdachte] . Ik zag dat op de camerabeelden van het NS Station te zien is dat op 21 juni 2018 om 04:46 uur de aangever en verdachte samen door het tunneltje fietsen. Ik zag op de camerabeelden dat ze uit de richting van het station komen en in de richting van [straat 1] gaan. Verder zag ik dat om 04:48 uur de aangever terugkomt in de tunnel, uit de richting van [straat 1] . Ik zag dat de aangever haastig loopt en daarbij steeds achterom kijkt.
Feit 2 (woningoverval [adres 6] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 mei 2018, opgenomen op pagina 74 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331 en 2018176566, d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [benadeelde 2] , geboren op 19 februari 1937:
Ik doe aangifte van diefstal met geweld uit mijn woning aan de [adres 6] te [plaats] . Op woensdag 23 mei 2018 omstreeks 07:45 uur lag ik samen met mijn man op bed. Ik hoorde dat de deurbel ging. Ik hoorde dat mijn man de voordeur opende. Ik was vervolgens naar de gang gelopen en ik zag dat er een man met een donkere huidskleur in de gang stond. Ik zag dat de donkere man mijn man via de voordeur naar buiten probeerde te duwen. Ik zag dat de donkere man naar mij toe liep. De man stond voor mij en trok met kracht aan mijn gouden halsketting. Ik voelde dat de halsketting kapot ging. Ik zag dat de donkere man hierop de woning uit rende. Ik zag dat de halsketting op de grond was gevallen en dat de hanger, in de vorm van een lange druppel en goudkleurig, van mijn ketting af was. De donkere man heeft deze hanger weggenomen. Ik kan de man als volgt omschrijven: donkere huidskleur, 25-30 jaar oud, stevig/sterk postuur, 1,70 - 1,75 meter lang, kort zwart haar, ovaal gezicht, sprak Nederlands met een accent.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 23 mei 2018, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde 3] , geboren op [geboortedatum] :
Ik zag dat de man de deur open duwde en langs mij de gang binnen drong. De man probeerde mij toen naar buiten te drukken. Ik voelde en zag dat de man mij met twee handen naar buiten probeerde te duwen, dit lukte niet. Ik zag dat de man op mijn vrouw afliep en haar halskettinkje pakte. Ik zag dat de man met een hand haar halsketting pakte en eraan trok. Ik zag dat de man zich daarna omdraaide en de deur uitrende. Ik kan de man als volgt omschrijven: een man van buitenlandse afkomst, erg donkere huidskleur en ongeveer 35 jaar oud, opvallend ovaal gezicht, stevig/sterk postuur en circa 170- 175 centimeter groot, kort zwart haar met terugwijkende haarlijn, sprak Nederlands met een buitenlands accent.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van tonen selectie bij fotobewijsconfrontatie van Politie Noord-Nederland d.d. 4 juli 2018, opgenomen op pagina 127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 4 juli 2018 confronteerde ik als getuigenbegeleider [benadeelde 3] met een fotoselectie van 11 personen. Ik toonde aan de getuige de foto's van de personen sequentieel op een beeldscherm. Ik observeerde de getuige [benadeelde 3] terwijl hij naar de selectie keek. Ik nam daarbij het volgende waar: Onmiddellijk toen foto zes op het beeldscherm verscheen, hoorde ik de getuige zeggen: "Denk dat dat hem was. Nummer zes." Ik zag dat de getuige hierbij een grimas trok; hij maakte zijn mond breed. Het leek alsof de getuige verbeten naar de foto keek. Direct nadat de computerstem "einde confrontatie" had gezegd, hoorde ik de getuige zeggen: "Hij had een smal gezicht, schraal." Ik zag dat hij daarbij met zijn rechterhand zijn kin beetpakte en met de wijsvinger en zijn duim onder zijn jukbeenderen deed. Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mee, dat in de getoonde selectie de foto van de verdachte [verdachte] op plaats 6 stond.
Feit 3 (straatroof [straat 2] )
1. De door verdachte ter zitting van 4 december 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 27 juni 2018 in [plaats] heb ik geprobeerd geld te pinnen met een bankpas.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 28 juni 2018, opgenomen op pagina 129 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331, 2018176566 d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [benadeelde 4] :
omstreeks 21:00 uur liep ik met mijn fiets aan de hand op de Archipelweg te [plaats] . Ik zag dat een donkere man naast mij op de stoep fietste. Ik hoorde dat deze man mij aansprak. Ik ben gewoon doorgelopen en ik zag dat deze man intussen naast mij bleef fietsen. Op een gegeven moment waren we in het tunneltje aan de [straat 2] kruisende de Aldlansdyk te [plaats] . Ongeveer in het midden van deze tunnel zag ik dat de man zijn fiets tegen de wand van de tunnel neerzette en mij met zijn beide armen stevig bij mijn beide bovenarmen beetpakte en mij met heel veel [verbalisant 1] naar beneden op de grond drukte. Ik kwam hierdoor op mijn beide knieën op de grond terecht. Op dat moment hoorde ik dat de man zei: "rustig blijven". Ik voelde dat de man met geweld mijn portemonnee uit mijn rechterbroekzak rukte. Deze broekzak zat dicht met een knoop. Ik ben opgestaan en zag ik dat de man zijn fiets pakte en vervolgens hard wegfietste richting Zuiderburen. Het signalement van de man is: Licht getinte man, zwart haar, ik ben 1.85 centimeter en de man was denk ik een kop kleiner dan ik ben, korte blauwe broek, lichte korte jas, de man sprak Nederlands met een buitenlands accent, de man was op een zilverkleurige damesfiets.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 9 juli 2018, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Feit 4 (woninginsluiping [adres 1] )
bij de politie is aangever uitgebreid gehoord door de politie. Aangever heeft in zijn verklaring aangegeven dat de verklaring van verdachte onjuist is en dat hij geen laptop en portemonnee met daarin persoonlijke passen waarvoor hij moest betalen om ze te vervangen, heeft weggegeven. De rechtbank acht daarom de verklaring van verdachte dan ook volstrekt niet aannemelijk geworden. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen met uitzondering van de strafverzwarende omstandigheid, de ten laste gelegde inklimming.
1. De door verdachte ter zitting van 4 december 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 8 juli 2018 was ik bij de woning van een man. Ik ben achter hem aan gelopen. Ik had een laptop, een tas en een portemonnee van hem in mijn woning.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juli 2018, opgenomen op pagina 156 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331 en 2018176566 d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [benadeelde 5] :
Ik ben woonachtig aan de [adres 1] te [plaats] . Op zondag 8 juli 2018 omstreeks 01.30 uur ben ik thuis gekomen. Ik kan me niet herinneren of ik mijn buitendeur op slot heb gedaan. Ik ben gaan slapen. Ik weet wel dat al mijn goederen die zijn gestolen op het moment van mijn thuiskomen nog aanwezig waren. Op zondag 8 juli 2018 om 10.30 uur werd ik wakker en ik zag dat mijn portemonnee met inhoud die op mijn buro in mijn slaapkamer lag verdwenen was. Toen ik in de andere kamer kwam zag ik dat mijn Notebook van het merk Acer Aspire, mijn rode hoogglans basgitaar en mijn blauwe Kipling rugtas niet meer op de vensterbank in de kamer lagen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2018, opgenomen op pagina 66 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten:
Feit 5 (woninginbraak met geweld [straat 3] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 juli 2018, opgenomen op pagina 174 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331 en 2018176566 d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [benadeelde 6] :
Op 12 juli 2018, in mijn woning aan de [adres 2] in [plaats] , omstreeks 06.30 uur werd ik wakker werd van een geluid en ben ik opgestaan. Toen ik in de keuken keek zag ik een man lopen. Ik zag dat de man een donkere huidskleur had. Ik denk dat hij van Afrikaanse afkomst was. Ik zag dat de man een grijze sportbroek droeg. Hij droeg een zwart sportjack en droeg daarover een zelfde vest als de politie draagt, maar dan met groene camouflage kleuren. Ik wilde de man tegen houden. Ik pakte de man vast bij het vest. Ik voelde dat hij mij wegduwde. Hij duwde mij tegen het wasrek aan, wat vervolgens omviel. Ik zag dat de man vervolgens wegrende via de voordeur van mijn woning. Toen de politie kwam, zag ik dat mijn portemonnee was weggenomen. Ik zag dat de raamuitzetter uit het gevelkozijn was getrokken. In de portemonnee zat mijn bankpas van de ING bank. Mijn zorgpas. En mijn vreemdelingendocument. Er zat een biljet van vijftig euro in en ongeveer tien euro aan kleingeld. Daarnaast zaten er nog een aantal klantenkaarten in. Het raam in de keuken is beschadigd geraakt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2018, opgenomen op pagina 189 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli 2018, opgenomen op pagina 191 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [getuige 1] :
Ik woon op het adres [adres 2] [plaats] . Op 12 juli 2018 deed ik omstreeks 06:30 uur mijn gordijnen open van mijn slaapkamer. Ik keek naar buiten en ik zag een man onrustig lopen in de straat. Deze man is getint en droeg een zwarte trui. Over deze trui had hij een mouwloos vest met camouflage kleuren aan, met grote zakken op het vest. En een grijze broek. De man kwam vanuit de richting het speeltuintje die is gelegen aan de [straat 3] . Dit speeltuintje ligt tegenover de nummer [nummer 1] en [nummer 1] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 16 juli 2018, opgenomen op pagina 192 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op vrijdag 13 juli 2018 ben ik naar de [adres 2] te [plaats] gegaan. Op het kozijn en het raamkozijn heb ik een dactyloscopisch onderzoek ingesteld. Ik zag aan de linkerzijde van het kozijn, dit gezien vanuit de keuken, dactyloscopische sporen. Ik zag twee greepsporen en een handpalm. Ik zag een greepspoor ter hoogte van het midden van het kozijn, en een greepspoor ter hoogte van het bovenste raamboompje. Ik zag het handpalmspoor tussen beide greepsporen in. Ik zag dat alle sporen van buiten naar binnen waren gezet. Gezien de plaats en de zetting van de sporen zijn deze naar alle waarschijnlijkheid afkomstig van de dader, gezet tijdens het inklimmen door het raam. Ik heb het greepspoor ter hoogte van het midden veiliggesteld ten behoeve van een dactyloscopisch onderzoek en voorzien van SINAALN9138NL, tevens heb ik het greepspoor ter hoogte van het bovenste raamboompje veiliggesteld en voorzien van SIN AALN9137NL Het handpalmspoor heb ik voorzien van SIN AALN9138NL (de rechtbank begrijpt: SIN AALN9136NL)
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 10 augustus 2018, opgenomen op pagina 194 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Feit 6 (diefstal uit woning [adres 3] )
. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
1. De door verdachte ter zitting van 4 december 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Het klopt dat op 16 juli 2018 een autosleutel in mijn slaapkamer is aangetroffen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 juni 2018, opgenomen op pagina 212 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331 en 2018176566 d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [benadeelde 7] , mede namens [benadeelde 8] en [benadeelde 9] :
Op woensdag 27 juni 2018, omstreeks 05:00 uur, kwam ik thuis. Ik woon op de [adres 3] te [plaats] . Ik kan niet uitsluiten of ik de achterdeur middels een haakje vast heb gezet. Omstreeks 11:00 uur ging ik weer van bed af. Ik zag dat de achterdeur wagenwijd openstond. Ik zag dat mijn portemonnee buiten onder de tuinstoel lag. Ik pakte mijn portemonnee en zag dat mijn pinpas niet meer in zat. Ik zag dat mijn autosleutel weg was. Mijn auto stond er nog en zat op slot. Ik zag door de autoramen dat mijn laptoptas niet meer in de auto lag. In de laptoptas zat een HP laptop, type HP15-bs190nd, voedingskabel van de laptop, voedingskabel voor IPhone, een boek 'bestuurlijke kaart van Nederland'. Ik zag dat mijn oude HP laptop ook uit de auto miste. Ik hoorde mijn huisgenoten [huisgenoot 1] en [huisgenoot 2] zeggen dat zij hun jas misten. Ik hoorde [huisgenoot 1] zeggen dat haar sleutelbos daar in zat. Ik zag ook dat er een glazen potje met kleingeld weg was genomen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2018, opgenomen op pagina 217 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op vrijdag 20 juli 2018 vertelde de afdeling fraude van Equens Nederland mij dat er op 27 juni 2018 omstreeks 06:05 uur gepoogd was om 250 euro te pinnen met de pinpas horende bij het rekeningnummer [rekeningnummer]. Het was mij bekend dat o.a. de pinpas op 27 juni 2018 tussen 05:00 uur en 08:00 uur was weggenomen bij een insluiping op de [adres 3] te [plaats] . Op maandag 23 juli 2018 bekeek ik de gevorderde camerabeelden van de ABN-AMRO pinautomaat aan de Groningerstraatweg 47 te [plaats] . Ik zag dat de onbekende manspersoon om 06:06 uur klaar is met pinnen en dat de man, die ik eerder zag met de vouwfiets, dan gaat pinnen. Ik zag dat deze manspersoon donker getint was. Ik zag dat hij een zwarte leren jas droeg met daaronder een grijs met groene sweather en capuchon. Ik zag dat deze manspersoon een zonnebril op had en een donker gekleurde rugtas. Verder zag ik dat hij blauw met witte Nike schoenen droeg en een donker gekleurde driekwartsbroek. Ik herken deze manspersoon direct als: [verdachte] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2018, opgenomen op pagina 66 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten:
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juli 2018, opgenomen op pagina 227 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Feit 7 (woningbraak [adres 4] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juli 2018, opgenomen op pagina 230 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018157809, 2018128091, 2018164611, 2018180515, 2018178823, 2018163331 en 2018176566 d.d. 21 augustus 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Op dinsdag 10 juli 2018 te 02:00 uur was ik thuis in de woning op het adres [adres 4] in [plaats] . De woning was deugdelijk afgesloten. Op dinsdag 10 juli 2018 te 07:45 uur zag ik dat er in de woning was ingebroken. Ik zag namelijk dat de deur naar de binnenplaats open stond. Onbekenden hebben zich de toegang tot de woning verschaft waardoor er schade is ontstaan. Ze hebben een Playstation 4, een Wii en een kleine tv weggenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 11 juli 2018, opgenomen op pagina 237 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op dinsdag 12 juli 2017 werd door ons verbalisanten onderzoek verricht in een woning bij [slachtoffer 1] te [adres 4] [plaats] . Wij hebben ons onderzoek aangevangen vanuit de tuin achter de woning Wij zagen dat het meest rechts gelegen stolpraam, dat toegang biedt tot de woonkamer, verbroken was. Het raam hebben wij onderzocht op dactyloscopische sporen. Hierbij troffen wij een dactyloscopisch spoor (SIN AALN9328NL) aan op de buitenzijde van het houtwerk van de rechterzijde van het stolpraam, waar deze zijde over de linkerzijde valt.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 10 augustus 2018, opgenomen op pagina 240 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Parketnummer 18/730209-18
Feit 1 (straatroof pizzabezorger)
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
1. De door verdachte ter zitting van 04 december 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 10 april 2018 heb ik een beurs teruggebracht naar [bedrijfsnaam] in [plaats] . Ik wist dat het een werkbeurs van een bezorger van [bedrijfsnaam] was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 maart 2018, opgenomen op pagina 24 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer 2] d.d. 15 mei 2018, inhoudend als verklaring van aangever [slachtoffer 2] :
Op 3 maart 2018 was ik aan het werk bij [bedrijfsnaam], gevestigd aan de [adres 10] . Ik moest de bestelling aan de [adres 11] te [plaats] afleveren. Ik werd uit het niets van achteren vastgepakt. Ik voelde dat mijn beide armen werden vasthouden door 2 handen. Ik hoorde dat die man die mij vastpakte wat zei. Ik hoorde dat diegene zei:" Je portemonnee. Nu die werkbeurs. Snel". Ik hoorde dat diegene heel serieus klonk. Ik werd meteen bang. Vervolgens voelde ik dat diegene mijn rechterarm losliet en voelde ik dat diegene meteen iets hards in mijn rechterzij prikte. Ik dacht eerst dat dit zijn hand/vinger was maar dacht ook dat dit wel eens een wapen kon zijn. Ik werd toen echt bang en wist toen dat dit om een beroving ging. Ik heb toen mijn werkbeurs met mijn linkerhand uit mijn linker broekzak gepakt. Tijdens deze handeling hoorde ik dat diegene zei:" Je werkbeurs". Ik gaf mijn werkbeurs aan hem. Ik zag dat hij die pakte en toen rustig wegliep. Ik kan die persoon als volgt omschrijven: Getinte huidskleur, mogelijk Surinaams of Antilliaans, tussen de 20 en 30 jaar oud, tenger postuur, mogelijk zijkant kort geschoren en boven een eilandje met zwart krullend/kroes haar, een Surinaams of Antilliaans accent, tussen de l.75 meter en l.80 meter. In deze werkbeurs zat ongeveer 70 euro, 1 briefje van 50 euro, 3 briefjes van 5 euro en wat kleingeld. Tevens zaten mijn rijbewijs en een tankbonnetje in mijn werkbeurs.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal van verhoor van aangever d.d. 19 april 2018, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik heb de beelden van de bewakingscamera van onze vestiging op de [adres 10] gezien. Ik zag daarop een persoon, donker getint, donker kort kroes haar. Dit waren de beelden van 10 april 2018. Mijn collega had mij namelijk gebeld met de mededeling dat een persoon de portemonnee en het rijbewijs dat bij de beroving van mij was gestolen, terug had gebracht. En dat deze man op de opnames stond van de bewakingscamera. Ik zag dat de persoon op de beelden leek op de persoon die mij had overvallen. Dit qua lengte, kleur en postuur. Het haar was echter iets korter dan de dader van de overval.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van aangever d.d. 27 april 2018, opgenomen op pagina 31 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Toen ik de beelden van 14 april 2018 zag, herkende ik de man voor de volle 100 % als zijnde de dader die mij op zaterdag 3 maart 2018 had overvallen in de [straat 4] te [plaats] . Ik herken de man aan zijn haar, zijn lengte, zijn postuur en zijn huidskleur. Er is geen vergissing mogelijk. Tijdens de overval droeg ik een jack met daarop het logo van "[bedrijfsnaam]". En ik reed op een scooter waarop ook dat logo is te zien. In of bij de weggenomen goederen bleek uit niets dat ik of de weggenomen goederen, enige connectie had of hadden met [bedrijfsnaam].
Feit 2. (Poging woninginbraak [adres 5] )
1. De door verdachte ter zitting van 4 december 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 30 december 2017 ben ik bij de woning in de [adres 5] in [plaats] geweest. Op dat moment is er geprobeerd in te breken bij die woning. Een dag later ben ik bij de bewoner aan de deur geweest.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 51, opgenomen op pagina 49 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer 2] d.d. 15 mei 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik woon op de [adres 5] te [plaats] . Op zaterdagochtend 30 december 2017 omstreeks 08:00 uur vertrok ik vanaf mijn woning naar mijn werk. Ik zag op dat moment geen bijzonderheden rondom mijn woning. Op de opgenomen beelden, afkomstig van mijn beveiligingscamera's rondom de woning, zag ik dat er op zaterdagochtend 30 december 2017 te 08:27 uur een manspersoon door de steeg, grenzend aan mijn woning, liep. Op de beveiligingsbeelden is te zien dat de man vervolgens enige tijd later de steeg verliet. Na het bekijken van voornoemde beelden, ben ik mijn woning gaan inspecteren op eventuele schade. Ik zag dat er schade aan mijn voordeur zat welke er nog niet zat toen ik op zaterdagochtend 30 december 2017 omstreeks 08:00 uur mijn woning verliet. De schade aan mijn voordeur zit ter hoogte van het slot en is te omschrijven als een inkeping in de deur en het kozijn van een breekvoorwerp.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal van verhoor van aangever d.d. 7 januari 2018, opgenomen op pagina 52 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Op zondag 31 december 2017 zag ik dat er een manspersoon naar mijn voordeur liep. Ik herkende deze man omdat deze man op de betrokken camerabeelden zien is. De man vertelde mij dat hij gisteren, op 30 december 2017, ook bij mij aan de deur was geweest.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 3 mei 2018, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bewezenverklaring
1.
hij op 21 juni 2018, te [plaats] , op de openbare weg [straat 1] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld een persoon, genaamd [benadeelde 1] , heeft gedwongen tot de afgifte van een bankbiljet van 50 euro, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte:
hij op 23 mei 2018, te [plaats] , in een woning, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hanger van een ketting, toebehorende aan een persoon genaamd [benadeelde 2] (geboren op [geboortedatum] ), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [benadeelde 2] en haar partner [benadeelde 3] (geboren op [geboortedatum] ), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte:
hij op 27 juni 2018, te [plaats] , op de [straat 2] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee, toebehorende aan een persoon, genaamd, [benadeelde 4] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [benadeelde 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte
hij op 08 juli 2018, te [plaats] , in de woning [adres 1] , een portemonnee, een Acer laptop en een Kipling rugzak, die toebehoorden aan [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 12 juli 2018, te [plaats] , in de woning [adres 2] , waarbij hij zich de toegang heeft verschaft tot die woning middels braak en inklimming, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met inhoud), toebehorende aan een persoon genaamd [benadeelde 6] , welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen die [benadeelde 6] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte die [benadeelde 6] heeft weggeduwd;
hij op 27 juni 2018, te [plaats] , in de woning [adres 3] en in een auto, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinpas, een Fiat autosleutel, een laptoptas met daarin een HP laptop met toebehoren en nog een HP laptop en een potje met kleingeld en een jas met daarin een sleutelbos en nog een jas, toebehorende aan [benadeelde 7] , [benadeelde 8] of [benadeelde 9] ;
hij in de nacht van 9 op 10 juli 2018, te [plaats] , in de woning [adres 4] , heeft weggenomen een Playstation 4, een Wii en een Tv, die toebehoorden aan [slachtoffer 1] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
1.
hij op 03 maart 2018, te [plaats] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld een persoon, genaamd [slachtoffer 2] (pizzabezorger), heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (met als inhoud ongeveer 70 euro, een rijbewijs t.n.v. [slachtoffer 2] en een tankbon), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [bedrijfsnaam], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte die [slachtoffer 2] van achteren bij de armen heeft vastgepakt en daarbij de woorden heeft toegevoegd: "Je portemonnee. Nu die werkbeurs. Snel", en daarbij die [slachtoffer 2] met iets hards in zijn rechterzij heeft geprikt en daarbij nogmaals de woorden heeft toegevoegd: "Je werkbeurs";
hij op 30 december 2017, te [plaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in de woning [adres 5] , (een) goed(eren) van zijn gading, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan een persoon, genaamd, [slachtoffer 3] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, met voormeld oogmerk heeft getracht de voordeur van die woning te forceren om zo die woning binnen te komen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 870,00 (achthonderdzeventig euro) bestaande uit € 50,00 (vijftig euro) materiële schade en € 820,00 (achthonderdtwintig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 870,00 (achthonderdzeventig euro) bestaande uit € 50,00 (vijftig euro) materiële schade en € 820,00 (achthonderdtwintig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
17 (zeventien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
€ 62,05 (tweeënzestig euro en vijf cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 6,72 (zes euro en tweeënzeventig cent).
€ 62,05 (tweeënzestig euro en vijf cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
€ 70,00 (zeventig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 70,00 (zeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9]
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 150,00 (honderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
€ 708,95 (zevenhonderdacht euro en vijfennegentig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 708,95 (zevenhonderdacht euro en vijfennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.