In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot herstel van gezag en een contactregeling tussen ouders en hun kinderen. De vader en de moeder, die gezamenlijk gezag hadden over hun kinderen, hebben in het verleden te maken gehad met een onveilige en onrustige thuissituatie. De kinderen zijn sinds 3 februari 2014 bij pleegouders geplaatst en hebben sindsdien begeleide omgang met hun ouders. De rechtbank Gelderland had eerder het verzoek van de ouders om hun gezag te herstellen afgewezen en hen niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot thuisplaatsing van de kinderen. De ouders hebben in hoger beroep gevraagd om het gezag te herstellen en de kinderen weer bij hen te laten wonen.
Het hof heeft de situatie van de kinderen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat het herstel van gezag niet in het belang van de kinderen is. De kinderen hebben een stabiele en veilige omgeving bij de pleegouders en hebben geen stevige band met de ouders opgebouwd. De ouders hebben bovendien persoonlijke problematiek die hen belemmert in het bieden van een verantwoorde opvoeding. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd met betrekking tot het herstel van gezag en de thuisplaatsing, maar heeft wel de omgangsregeling aangepast. De ouders hebben nu recht op begeleide omgang met de kinderen op vrijdagmiddag, eens in de twee weken. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.