ECLI:NL:GHARL:2019:5811
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vrijspraak in hoger beroep tegen poging tot moord en andere geweldsdelicten
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland van 10 maart 2017. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling, en mishandeling. Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting op 2 juli 2019 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De raadsman van de verdachte heeft in hoger beroep dezelfde verweren gevoerd als in eerste aanleg, strekkende tot vrijspraak van al het tenlastegelegde. Het hof heeft de zaak beoordeeld en is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist. Het hof bevestigt daarom het vonnis waarvan beroep, met overneming van de gronden van de rechtbank.