Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 april 2015 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas/koffer (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
[medeverdachte] en/of een of meer mededader(s) op of omstreeks 15 april 2015 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben/heeft weggenomen een tas/koffer (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte] en/of zijn mededader(s)
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
- Dat hij de dag vóór de overval [medeverdachte] tegen kwam, dat [medeverdachte] zei dat hij geld nodig had en dat toen ter sprake kwam dat er ergens geld in een kluis lag omdat die man een boot wilde kopen;
- Dat hij op 15 april 2015 op aandringen van [medeverdachte] het huis van [benadeelde] als de woning waarin het geld lag heeft laten zien;
- Dat hij ’s avonds met [medeverdachte] had afgesproken en dat er toen opeens nog twee andere jongens in de auto zaten, één van hen bestuurde de auto;
- Dat zij opnieuw bij hem aandrongen dat hij het huis moest laten zien;
- Dat hij later heeft gehoord dat één van die jongens, niet zijnde de bestuurder, [getuige 2] of [naam 3] heette en van achternaam iets van [achternaam] ;
- Dat hij het huis uiteindelijk heeft aangewezen en dat [getuige 2] en [medeverdachte] toen uit de auto zijn gegaan en later terugkwamen en dat [medeverdachte] toen onder het bloed zat;
- Dat verdachte toen zei dat hij uit de auto wilde maar dat hij de anderen de weg moest wijzen;
- Dat ze toen naar [plaats 2] zijn gereden en zijn gestopt bij het huis van die [getuige 2] of [naam 3] ;
- Dat verdachte op een gegeven moment is weggegaan en hij zijn vriend [getuige 3] heeft geappt dat hij hem moest komen halen;
- Dat hij door drie personen is opgehaald, te weten [getuige 3] , [getuige 4] , de zus van [getuige 3] , die de auto bestuurde, en [getuige 5] die achterin zat;
- Zij hebben verdachte in [plaats 1] op het station afgezet.
Bewezenverklaring
hij op 15 april 2015 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas/koffer met inhoud, toebehorende aan [benadeelde] ,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Verzoek toepassing adolescentenstrafrecht
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 8.575,56 (achtduizend vijfhonderdvijfenzeventig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 2.075,56 (tweeduizend vijfenzeventig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 8.575,56 (achtduizend vijfhonderdvijfenzeventig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 2.075,56 (tweeduizend vijfenzeventig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
77 (zevenenzeventig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.