Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z] , Duitsland(hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Apeldoorn(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Argumenten
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [X] uit Duitsland tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 februari 2018, waarin het bezwaar tegen twee naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting niet-ontvankelijk werd verklaard. De eerste naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 6 maart 2013 tot en met 27 november 2015, en de tweede van 6 juni 2016 tot en met 5 september 2016. De rechtbank had het beroep gegrond verklaard voor de tweede naheffingsaanslag en de boetes, maar ongegrond voor de eerste. Belanghebbende stelde dat hij in 2013 naar Duitsland was verhuisd en dat de naheffingsaanslag hem nooit had bereikt. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de naheffingsaanslag op juiste wijze had bekendgemaakt, omdat belanghebbende op dat moment nog ingeschreven stond in de Basisregistratie Personen (BRP) in Nederland. Echter, het Hof kwam tot de conclusie dat de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar verschoonbaar was, omdat belanghebbende pas in januari 2017 kennis had genomen van de naheffingsaanslag. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar betrof en verklaarde het bezwaar ontvankelijk, waarna de zaak werd terugverwezen naar de rechtbank voor een inhoudelijke beoordeling.