Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z] , Duitsland(hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Doetinchem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Argumenten
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X] uit Duitsland, tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had het bezwaar van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen niet-ontvankelijk verklaard. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat belanghebbende als bestuurder van een voertuig met een Duits kenteken gebruik had gemaakt van de openbare weg in Nederland. Belanghebbende stelde dat hij in 2013 naar Duitsland was verhuisd en dat de naheffingsaanslag hem nooit had bereikt. De Inspecteur had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat de verzuimboete vernietigd moest worden.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 juni 2019 heeft het Hof vastgesteld dat belanghebbende inderdaad niet meer in Nederland woonde, maar dat de Inspecteur het aanslagbiljet op juiste wijze had bekendgemaakt. Het Hof oordeelde echter dat de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar verschoonbaar was, omdat belanghebbende pas in januari 2017 op de hoogte was geraakt van de naheffingsaanslag. Het Hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor een inhoudelijke beoordeling van de naheffingsaanslag en heeft bepaald dat de Inspecteur het betaalde griffierecht moet vergoeden.
De uitspraak van het Hof is gedaan op 2 juli 2019 en is openbaar uitgesproken. De griffier en de voorzitter hebben de uitspraak ondertekend. Belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.