Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. A.A. Scholtmeijer, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , opzettelijk en met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, door met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer 1] , meermalen, met een mes in de borst, althans in het lichaam, te steken;
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door met dat opzet die [slachtoffer 1] , meermalen, met een mes in de borst, althans in het lichaam, te steken;
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, [slachtoffer 2] leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer 2]
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2]
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , aan [slachtoffer 2] , opzettelijk en met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel, te weten:
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meer steek- en/of snijwond(en) (voor de geneeskundige behandeling waarvan een of meer hechtingen zijn aangebracht), heeft toegebracht, door die [slachtoffer 2] met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een mes in de borst en in het rechter onderbeen, althans in het boven- en onderlichaam, te steken.
Vrijspraak
Bewijsmiddelen
Bewezenverklaring
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen met een mes in de borst te steken.
hij op 15 augustus 2017 te [plaats] , in een woning, [adres] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] met een hamer met kracht op het achterhoofd heeft geslagen en vervolgens met een mes in de borst en het rechteronderbeen heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
doodslag.
poging tot doodslag.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 15.000,00 (vijftienduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 15.000,00 (vijftienduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 89.321,02 (negenentachtigduizend driehonderdeenentwintig euro en twee cent) ter zake van immateriële schade.
€ 89.321,02 (negenentachtigduizend driehonderdeenentwintig euro en twee cent) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.