Uitspraak
[appellant],
E.I.M. Technics,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De vaststaande feiten
[C] , medewerker van [appellant] , heeft hen opdracht gegeven om gebouwdeel Rev 1.02 (hierna ook te noemen: gebouw 1) te demonteren door:
- de koppelplanken tussen de binnenwanden los te maken en weg te halen;
16 2016106 30 april 2016
€ 4.779,20
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
€ 933,66 aan buitengerechtelijke kosten, een en ander te vermeerderen met wettelijke handelsrente en met veroordeling van [appellant] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering van [appellant]
Deze grieven houden in dat de kantonrechter ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat [appellant] zijn stelling dat E.I.M. Technics de woonunits van gebouw 1 heeft gesloopt, mede in het licht van de door E.I.M. Technics in het geding gebrachte foto’s en het tijdstip waarop die zijn genomen, onvoldoende heeft onderbouwd en dat [appellant] daarom niet tot bewijslevering kan worden toegelaten.
Het hof verwerpt dat betoog: productie 17 laat een compleet ander beeld zien dan productie 18. Op de foto van productie 17, die rond half negen in de ochtend is genomen, is te zien dat gebouw 1 nog staat, maar dat de kozijnen zijn verwijderd en dat het dak vrijwel geheel is gedemonteerd. Dit is conform de opdracht die de medewerkers van E.I.M. Technics, naar tussen partijen vaststaat (rov 3.4 en 3.5), van [C] hadden ontvangen. Uit die foto volgt dat E.I.M. Technics de units had gedemonteerd, maar geenszins dat zij deze had gesloopt. De foto van productie 18 laat daarentegen een geheel ander beeld zien. Op deze foto, die rond 11 uur is genomen, is te zien dat de kraan van de Gebroeders Kok aan het werk is en dat units van gebouw 1 zijn gesloopt. Dit beeld komt overeen met het beeld dat te zien is op de foto’s die als productie 1 door [appellant] waren overgelegd. Uit de tijdsaanduiding op de foto van productie 18 volgt dat dit de situatie was rond 11 uur, terwijl productie 17 de situatie eerder op de ochtend, rond half 9, laat zien. Ook op die foto, die de situatie weergeeft
voordatde sloop plaatsvond, is de kraan met sorteergrijper van Kok te zien. Daaruit volgt dat de stelling van [appellant] dat Kok pas is ingeschakeld nadat de ‘complete chaos’ was geconstateerd die door de sloop was aangericht, onjuist is.
Op basis van de tijdsaanduiding op de genoemde foto’s staat vast dat het slopen van de woonunits van gebouw 1, die nog te zien zijn op productie 17 maar op productie 18 zijn verdwenen, in een tijdsbestek van 2,5 uur zijn beslag heeft gekregen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien hoe de drie medewerkers van E.I.M. Technics daartoe binnen dat korte tijdsbestek in staat zouden zijn geweest. Zij beschikten over hand- en elektrisch gereedschap (rov 3.3), maar niet gesteld of gebleken is dat zij ook konden beschikken over groot materieel zoals een kraan. Het enige groot materieel waarvan uit de foto’s blijkt, is de kraan van Kok.
6.De slotsom
€ 3.161,-(1 punt x tarief V)
7.De beslissing
22 januari 2019.