Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de kinderrechter van 2 januari 2019, die toestemming had gegeven voor de uithuisplaatsing van haar kind bij pleegouders tot 11 januari 2020. De moeder stelde dat zij voldoende had gedaan om haar situatie te verbeteren en dat zij nu in staat was om voor haar kind te zorgen. De gecertificeerde instelling, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, verweerster in hoger beroep, was van mening dat de moeder onvoldoende in staat was om een veilige opvoeding te bieden en vroeg het hof om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen.
Tijdens de zitting op 28 mei 2019 waren de moeder en haar advocaat aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de GI en de pleegouders. Het hof heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De moeder had in het verleden te maken gehad met persoonlijke problemen, waaronder een moeilijke jeugd en eerdere drugsmisbruik, wat haar opvoedcapaciteiten in gevaar bracht. De GI en de raad voor de kinderbescherming hadden zorgen geuit over de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige.
Het hof concludeerde dat de kinderrechter terecht had beslist dat het in het belang van de minderjarige was om haar langer bij de pleegouders te laten wonen. De minderjarige had zich goed ontwikkeld in het pleeggezin en het hof oordeelde dat het doorbreken van de hechting met de pleegouders schadelijk zou zijn voor haar. De beschikking van de kinderrechter werd dan ook bekrachtigd, waarbij het hof de belangen van de minderjarige vooropstelde.