Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: de moeder,
[B],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor [betrokkene], die op dat moment 18 jaar oud was en functioneerde op een moeilijk lerend, licht verstandelijk beperkt niveau. De moeder van [betrokkene] had in hoger beroep de beschikking van de kantonrechter van 3 juli 2018 aangevochten, waarin een bewind en mentorschap was ingesteld. De moeder verzocht het hof om de huidige bewindvoerder en mentor te vervangen door mevrouw [J], een nicht van de vader van [betrokkene]. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 mei 2019 heeft [betrokkene] zijn voorkeur uitgesproken voor [J] als mentor en bewindvoerder, maar het hof heeft gegronde redenen gezien om deze voorkeur niet te volgen. Het hof oordeelde dat [betrokkene] onvoldoende inzicht had in de gevolgen van zijn voorkeur en dat de huidige bewindvoerder en mentor, [verweerder] en [B], in staat waren om zijn belangen op een professionele wijze te behartigen. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van [betrokkene] voorop stond. De moeder had haar bezwaren tegen de huidige bewindvoerder ingetrokken, en het hof concludeerde dat de samenwerking met de huidige mentor niet optimaal was, maar dat er geen bezwaren tegen haar zelf waren.