Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[C] , en
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de vader tot benoeming van een bijzondere curator. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Strengers, verzocht om deze benoeming vanwege een aanhoudende strijd tussen hem en de moeder, die ook in hoger beroep was, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.R. Dorhout-Tielken. De ouders hebben samen drie minderjarige kinderen, die onder toezicht zijn gesteld. Het hof heeft vastgesteld dat er een wezenlijk conflict bestaat tussen de belangen van de ouders en die van de kinderen, wat aanleiding gaf tot het verzoek van de vader. De kinderen zijn gehoord en hebben aangegeven geen contact te willen met de vader, wat de situatie verder compliceert. Het hof oordeelde dat de benoeming van een bijzondere curator niet noodzakelijk was in het belang van de kinderen, aangezien de jeugdbeschermer al betrokken was en de kinderen behoefte hadden aan rust. Het verzoek van de vader werd dan ook afgewezen.