Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[Appellant 1]
[Appellant 2]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“Verbintenis bij aanbod en aanvaarding van het aanbod”(hierna: de overeenkomst) waarvan de tekst, als volgt, luidt.
“U heeft uw zorgplicht in deze geschonden, dat staat wel vast.”en aanspraak werd gemaakt op terugbetaling van (onder meer) de € 6.000,-.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
toekomt 'voor zover nog aanwezig'”, leidt zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet tot een andere uitleg. Deze zinsnede past ook bij de uitleg dat de € 6.000,- is bedoeld als een door [Appellanten] aan te houden depot waaruit (uitsluitend) noodzakelijke kosten voor mantelzorg aan [Geïntimeerde] konden worden voldaan zolang het depot daarvoor nog ruimte bood. De zinsnede dient daarom, ook bezien in het verband van de overige tekst van de overeenkomst, redelijkerwijs op die wijze te worden uitgelegd. Dat [Geïntimeerde] een gebaar wenste te maken door [Appellanten] dit bedrag te schenken, hebben [Appellanten] niet, althans onvoldoende, feitelijk onderbouwd en daarmee hebben zij de betwisting van de door [Geïntimeerde] gestelde uitleg onvoldoende gemotiveerd. De overeenkomst moet dan ook zo worden uitgelegd dat [Appellanten] de € 6.000,- in depot moesten houden en enkel mochten aanspreken voor kosten in verband met eventueel door hen aan [Geïntimeerde] te verlenen mantelzorg. Door [Appellanten] zijn in hoger beroep geen, althans geen voldoende gemotiveerde, feiten aangevoerd die tot een andere uitleg leiden.