In zijn brief van 20 september 2018 schrijft Bleekemolen het volgende aan [verzoeker] :
“Afgelopen dinsdag (18 september 2018) zijn er twee incidenten geweest waarbij je op een
buitensporige toon een collega uitfoetert, terwijl hem niets te verwijten valt. Vervolgens heb je met de Iveco bedrijfswagen met aanhanger in het centrum van Laren twee jonge jochies van 10-11 jaar van hun sokken gereden "omdat ze maar moesten uitkijken". Ze zijn daarbij al rijdend met hun fiets tegen de aanhanger (met shovel erop) ten val gekomen.
Gelukkig hadden ze geen letsel, maar het had ook heel anders kunnen aflopen. Volgens je collega (die erachter reed en het zag gebeuren) was er namelijk genoeg ruimte om ze te kunnen ontwijken en een ongeluk te voorkomen. Maar je hebt niet eens geremd!
Uit navraag blijkt dat je wel eerder in het verkeer dit soort acties uithaalt onder het motto: "anders leren ze het nooit"!
Wat mij op z'n minst verbaast is dat je daarna niet zelf het initiatief neemt om mij van dit voorval op de hoogte te stellen. ‘s Avonds krijg ik dezelfde collega/stagiair (huilend) aan de telefoon die me dit vertelt en aangeeft niet meer met je te willen werken.
Feit is dat er ook al eerder met (ex)collega’s van dit soort aanvaringen zijn geweest en blijkbaar niet tot inkeer komt maar de schuld zoals gewoonlijk bij een ander legt.
Vorige week donderdag heb ik je hier op kantoor aangesproken over een incident eerder die dag en krijg dan te horen "begin je er nu alweer over"! Vervolgens heb je je spullen gepakt en ben je kwaad weggelopen. In het gesprek de volgende ochtend heb ik je gezegd dat ik hier niet van gediend ben en heb je toen op non-actief gesteld. Gezien je trouwe dienstverband heb ik toen besloten in de brief van 15 september jl. je nog één laatste, officiële waarschuwing te geven in de hoop dat je daarmee de ernst van de situatie inziet.
Maar kennelijk ben je deze waarschuwing al snel vergeten en ga je direct daarna alweer over de schreef.
Eerder, op 15 augustus 2017, heb je tegen mij "klootzak " gezegd, wat volstrekt onaanvaardbaar is en waarvoor je toen al een officiële waarschuwing hebt gekregen.
Met het voorval van jl. dinsdag is wat mij betreft de maat nu vol en heb ik besloten, hoe spijtig ook, de arbeidsovereenkomst met je te beëindigen. Gisteren heb ik je al (mondeling) laten weten dat je voorlopig vrijgesteld bent van werk.
Ik vind je uitlatingen, je gedrag en houding naar derden, naar collega 's en naar mij volstrekt onaanvaardbaar, en zet hiermee de goede naam van mijn bedrijf op het spel. Met je uitlatingen en gedrag ga je dermate over de schreef, dat ik ernstig overweeg om je op staande voet te ontslaan, Ik besef echter dat dit zeer nadelige gevolgen voor je heeft, en zal je daarom binnenkort een schrijven van onze advocaat ontvangen, waarin namens mij een éénmalig voorstel zal worden gedaan om tot een einde van de arbeidsovereenkomst te komen, waarbij rekening wordt gehouden met jouw belangen.”