Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 13 juni 2017 een beroep van de betrokkene gegrond verklaarde. De kantonrechter had de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een proceskostenvergoeding.
De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er een proces-verbaal ontbrak van de zitting bij de kantonrechter, maar het hof oordeelde dat dit niet het geval was. Het dossier bevatte een proces-verbaal waarin de verschenen partijen en hun standpunten waren opgenomen. De gemachtigde betwistte ook de juistheid van de maximumsnelheid die was aangegeven, maar het hof oordeelde dat de ambtenaar de snelheid van het voertuig van de betrokkene correct had vastgesteld met een radarcontrole.
Het hof concludeerde dat de bebording ter plaatse correct was en dat de sanctie die aan de betrokkene was opgelegd voor het overschrijden van de maximumsnelheid van 90 km/h terecht was. De gemachtigde had geen overtuigende argumenten aangedragen om de aanwezigheid van de bebording te betwisten. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de betrokkene niet in het gelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte bebording en de rol van ambtenaren bij snelheidscontroles. Het hof heeft de argumenten van de gemachtigde verworpen en de eerdere arresten waarnaar werd verwezen, niet als relevant beschouwd voor deze zaak.