ECLI:NL:GHARL:2019:4743
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- E.B. Knottnerus
- R. Feunekes
- M.S. van Gaalen
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing van minderjarigen door de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor verhuizing van de kinderen van de moeder naar [A]. De moeder, verzoekster in het principaal hoger beroep, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Midden-Utrecht, dat was afgewezen. De vader, verweerder in het principaal hoger beroep, had bezwaar gemaakt tegen de verhuizing, die volgens hem niet noodzakelijk was. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De moeder had voldoende onderbouwd dat de verhuizing naar [A] noodzakelijk was vanwege de fysieke beperkingen van de jongste minderjarige. Het hof oordeelde dat de moeder in [B] niet in een geschikte woning woonde en dat de verhuizing in het belang van de kinderen was. De frequentie van het contact tussen de vader en de kinderen zou niet verminderen, en de kinderen zouden hun sociale leven in [B] kunnen behouden. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de moeder alsnog vervangende toestemming verleend om met de kinderen naar [A] te verhuizen. Het incidenteel hoger beroep van de vader werd verworpen. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn.