In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was beschuldigd van een roofoverval met dodelijke afloop, gepleegd in augustus 2012. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf, maar het hof heeft deze uitspraak vernietigd en de verdachte vrijgesproken. Het hof oordeelde dat de belastende verklaring van de medeverdachte niet betrouwbaar was, omdat deze een eigen belang had en er geen objectief bewijs was dat zijn verklaring ondersteunde. Daarnaast werd er een alternatieve verklaring gegeven voor het aangetroffen DNA-materiaal van de verdachte, wat de mogelijkheid op zijn betrokkenheid verder ondermijnde. Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank kritisch beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het ten laste gelegde.