In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het verzoek van de vader tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over de kinderen. De ouders, die sinds 2014 uit elkaar zijn, hebben gezamenlijk het gezag over hun kinderen, maar de vader verzoekt om alleen het gezag te krijgen. De moeder heeft te maken met persoonlijke problematiek, waaronder een alcoholverslaving en een borderline persoonlijkheidsstoornis, wat heeft geleid tot zorgen over de veiligheid van de kinderen. Ondanks deze zorgen is het hof van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. Het hof benadrukt dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van hun communicatie en dat hulpverlening, zoals bemiddeling, een kans biedt voor verbetering. De vader heeft weliswaar goede intenties, maar er is nog geen actie ondernomen om de communicatie te verbeteren. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het gezamenlijk gezag is gehandhaafd, en wijst het verzoek van de vader af.