In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging in vereniging tegen twee slachtoffers op de Nelson Mandelabrug in Arnhem op 2 april 2017. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het geweld tegen slachtoffer 1, omdat niet bewezen kon worden dat hij een significante bijdrage aan het geweld heeft geleverd. Echter, de verdachte is wel veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen slachtoffer 2, waarbij hij schoppen, trappen en slaan heeft gepleegd, wat lichamelijk letsel voor het slachtoffer heeft veroorzaakt.
Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op het moment van de feiten pas 14 jaar oud was, en de positieve ontwikkeling die hij sindsdien heeft doorgemaakt. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, maar het hof heeft deze straf verlaagd naar een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren, mede vanwege de strafverlagende omstandigheden en het tijdsverloop sinds het gepleegde feit.
De vorderingen van de benadeelde partijen zijn afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het geweld tegen slachtoffer 1 en de vordering van slachtoffer 2 niet ontvankelijk werd verklaard. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken.