Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] – al dan niet: in de door haar bewoonde woning – plannen te beramen om die [slachtoffer] om het leven te brengen, en/of
de/een mes(sen) en/of een of meerdere ander(e) voorwerp(en), waaronder (een) masker(s) en/of (een) kledingstuk(ken) en/of (een) handschoen(en) en/of een handdoek, aan te schaffen en/of te bestemmen en/of dit/deze goed(eren), al dan niet: vervolgens, voorhanden te hebben en/althans in haar woning, althans in de door haar bewoonde woning, te bewaren ten behoeve van het ombrengen van [slachtoffer] , en/of
die [medeverdachte 2] een handdoek en/of (een) handschoen(en) te verschaffen, en/of,
die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] slaapplaatsen te verschaffen, en/of
die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] toe te staan zich in haar woning, althans in de door haar bewoonde woning, om te kleden, kennelijk met het oog op vermomming en/of het beperken van het achterlaten van traceerbare sporen, ten behoeve van het ombrengen van [slachtoffer] , en/of
na het tezamen en in vereniging ombrengen van [slachtoffer] door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] bieden van onderdak in haar, althans de door haar bewoonde, woning, en/althans het verschaffen van middelen, zoals een schaar en/of een kam, aan [medeverdachte 1] en/althans toe te laten dat (daarmee) [medeverdachte 3] in haar woning werd geknipt, kennelijk met het oog op het voorkomen en/of verminderen van herkenbaarheid van die [medeverdachte 3] door (een) ander(en);
subsidiair, ter zake dat
de/een mes(sen) en/of een of meerdere ander(e) voorwerp(en), waaronder (een) masker(s) en/of (een) kledingstuk(ken) en/of (een) handschoen(en) en/of een handdoek, voorhanden heeft gehad en/althans in haar woning, althans in de door haar bewoonde woning, heeft bewaard ten behoeve van het ombrengen van [slachtoffer] .
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
eerste onderdeelvan het primair tenlastegelegde – het samen met anderen beramen van plannen om [slachtoffer] van het leven te beroven – stelt het hof vast dat het dossier enkele aanwijzingen bevat waaruit zou kunnen worden afgeleid dat verdachte op de hoogte was of zelfs betrokken was bij het maken van de plannen om [slachtoffer] van het leven te beroven. Hoewel deze aanwijzingen te vinden zijn in verklaringen van enkele getuigen en in enkele verklaringen van [medeverdachte 2] , staan deze aanwijzingen naar het oordeel van het hof op zichzelf en vinden zij onvoldoende steun in de overige stukken in het dossier. Daar komt bij dat deze aanwijzingen inhoudelijk nogal uiteenlopen. Gelet hierop kan naar het oordeel het hof onvoldoende concreet worden vastgesteld of verdachte daadwerkelijk een bijdrage heeft geleverd aan het maken van de (moord)plannen en wat die bijdrage van verdachte dan is geweest.
tweede onderdeelvan het primair tenlastegelegde overweegt het hof als volgt. Op basis van de stukken in het dossier kan niet worden bewezen dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de door medeverdachte [medeverdachte 1] gekochte messen in haar woning. Uit het dossier komen geen aanwijzingen naar voren waaruit blijkt dat verdachte de in tenlastelegging genoemde overige goederen – masker(s), kledingstuk(ken), handschoen(en) en handdoek – zelf heeft aangeschaft of dat zij daarbij aanwezig is geweest. Bewijs dat verdachte wist dat deze goederen bestemd waren voor het om het leven brengen van [slachtoffer] is er evenmin. Wat betreft het masker, de handschoenen, handdoek(en) en de kleding bevat het dossier weliswaar aanwijzingen dat verdachte deze goederen enige tijd voorhanden heeft gehad, in de zin dat deze aanwezig waren in haar woning, maar hiervoor geldt dat niet kan worden bewezen dat verdachte deze goederen voorhanden heeft gehad ten behoeve van en/of bestemd heeft tot het om het leven brengen van [slachtoffer] .
derde onderdeelvan het primair tenlastegelegde overweegt het hof dat [medeverdachte 2] weliswaar heeft verklaard dat verdachte (hem) een handdoek en handschoenen heeft verschaft, maar dat deze verklaring naar het oordeel van het hof geen steun vindt in de overige stukken in het dossier.
vijfde onderdeelvan het primair tenlastegelegde overweegt het hof dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap heeft gehad van het omkleden door één of meer medeverdachten in haar woning, laat staan dat vastgesteld kan worden dat verdachte daarmee heeft ingestemd.