Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Rösler Benelux B.V.,
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg
14 september 2016, 22 maart 2017 en 9 mei 2018 die de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in het incident
‘s-Hertogenbosch aanhangige artikel 12 Sv-procedure met betrekking tot een beslissing van het openbaar ministerie om [geïntimeerden] niet strafrechtelijk te vervolgen. De mondelinge behandeling in die procedure stond op 22 januari 2019 gepland en Rösler wenste de uitkomst van die procedure af te wachten. Bij brief van 21 januari 2019 heeft [geïntimeerden] zich tegen het verzoek van Rösler verzet en om arrest verzocht. Het verzoek om aanhouding is op dat moment niet gehonoreerd en de zaak is naar de rol verwezen van 29 januari 2019 voor beraad aan de zijde van appellant.
4.De beslissing
28 mei 2019voor fourneren door appellant;