ECLI:NL:GHARL:2019:4159

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 mei 2019
Publicatiedatum
14 mei 2019
Zaaknummer
200.172.001
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap en nalatenschap met betrekking tot legitieme portie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap van de ouders van de partijen en de nalatenschap van de moeder. De appellant, wonende te [A], is betrokken in het principaal hoger beroep, terwijl de geïntimeerden, [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2], beiden wonende te [B] en [A] respectievelijk, in het incidenteel hoger beroep zijn betrokken. De zaak draait om de vraag of de toedeling van de onroerende zaken tegen agrarische waarde kan plaatsvinden en of de appellant de gevraagde informatie heeft verstrekt. Het hof heeft in een tussenarrest van 15 januari 2019 aangegeven dat het van belang is om inzicht te krijgen in de actuele stand van zaken van de onderneming van de appellant, inclusief de omvang en resultaten, en de investeringen die noodzakelijk zijn voor het behalen van een ondernemingsrendement. De appellant heeft zich hierover uitgelaten, en de geïntimeerden hebben gereageerd. Het hof heeft besloten dat er een comparitie zal plaatsvinden om de wijze van verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap vast te stellen. De comparitie zal plaatsvinden in het paleis van justitie te Arnhem, waarbij partijen en hun advocaten aanwezig moeten zijn. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot na deze comparitie.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.172.001
(zaaknummer rechtbank Overijssel 127069)
arrest van 14 mei 2019
in de zaak van
[appellant],
wonende te [A] ,
appellant in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
hierna: [appellant] ,
advocaat: aanvankelijk mr. M.M. van den Boomen, thans mr. A.M.H.C. Coppens,
en
[geïntimeerde1],
wonende te [B] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
hierna: [geïntimeerde1] ,
advocaat: mr. P.F. Schepel,
en
[geïntimeerde2],
wonende te [A] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
hierna: [geïntimeerde2] ,
advocaat: mr. J.W.M. Melief.

1.Het (verdere) verloop van het geding in de hoofdzaak in hoger beroep

1.1
Het verdere verloop na het tussenarrest van 15 januari 2019 blijkt uit:
- akte uitlating na tussenarrest, tevens akte wijziging van eis aan de zijde van [appellant] ;
- de memorie na deskundigenbericht en tussenarrest aan de zijde van [geïntimeerde1] ;
- de memorie na tussenarrest aan de zijde van [geïntimeerde2] .
1.2
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1
Het hof heeft in het tussenarrest van 15 januari 2019 overwogen dat het voor de beoordeling van belang is dat inzicht wordt verkregen in:
  • de actuele stand van zaken in de onderneming van [appellant] , in het bijzonder de omvang van de onderneming en de resultaten alsmede de wijze waarop de onroerende zaken in de onderneming worden gebruikt, zoveel als mogelijk te onderbouwen met stukken;
  • het bedrag dat [appellant] kan investeren in de toedeling van de onroerende zaken (rekening houdend met de omstandigheid dat hijzelf ook deelgenoot is en met de bedragen die hij verder in verband met de afwikkeling van de nalatenschappen van zijn ouders verwacht te ontvangen of te betalen), waarbij het hof van [appellant] verlangt dat hij dit bedrag zo exact als mogelijk zal begroten, zoveel als mogelijk te onderbouwen met stukken;
  • de investeringen die daarnaast nog noodzakelijk zijn om het voor hem en zijn gezin nodige ondernemingsrendement te behalen, zoveel als mogelijk te onderbouwen met stukken;
  • alle andere feiten en omstandigheden die naar inzicht van [appellant] van belang kunnen zijn voor de waardering van de onroerende zaken, zoals het toekomstperspectief en de aanwezigheid van bedrijfsopvolgers.
2.2
[appellant] heeft zich daarover uitgelaten. [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben daarop gereageerd. Het hof dient thans te beslissen op de vordering van partijen de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap van hun ouders vast te stellen dan wel de wijze van verdeling daarvan te gelasten. Alvorens dat te doen zal het hof - mede ter voorkoming van verrassingen en ter stroomlijning van de uitvoerbaarheid van de verdeling - nog eenmaal een comparitie in deze zaak bepalen. Op die comparitie zal in elk geval aan de orde komen op welke wijze de onroerende zaken die thans nog tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoren tegelde moeten worden gemaakt, voor zover zij niet kunnen worden toegedeeld aan een van de deelgenoten.
2.3
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

3.De beslissing

Het hof, recht doende:
bepaalt dat partijen samen met hun advocaten zullen verschijnen voor het hof dat daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem op een nader te bepalen dag en tijdstip met het doel zoals hiervoor onder 2.2 omschreven;
bij deze comparitie bestaat geen gelegenheid om pleitnotities voor te dragen;
bepaalt dat partijen de verhinderdagen van partijen en hun advocaten in de maanden juli, augustus en september 2019 zullen opgeven op de
roldatum 28 mei 2019, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door het hof zal worden vastgesteld;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Lieber, M.L. van der Bel en M.S. van Gaalen en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2019.