Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, nadat de heffingsambtenaar leges had opgelegd voor de behandeling van een vergunningaanvraag voor de bouw van 16 woningen. De heffingsambtenaar had het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep. Tijdens de zitting op 9 april 2019 zijn partijen niet verschenen.
Het geschil draait om de vraag of de actualiseringstermijn van het bestemmingsplan [a-straat] is verlengd van tien naar twintig jaar op basis van artikel 7g van het Besluit uitvoering crisis- en herstelwet. Het Hof concludeert dat de bestaande bestemmingsplannen van de gemeente Utrecht als één bestemmingsplan gelden, waarvoor de actualiseringstermijn is verlengd. Dit betekent dat de gemeente niet verplicht is om bestemmingsplannen ouder dan tien jaar te actualiseren, maar kan werken aan een verbreed bestemmingsplan in overeenstemming met de nieuwe wetgeving.
Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar leges mag heffen, ondanks het verstrijken van de tien jaar, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De beslissing houdt in dat het hoger beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.