Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Samen Veilig Midden Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden Nederland. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een beschikking van de kinderrechter van 16 november 2018, was van mening dat de verplichting om mee te werken aan een NIFP-onderzoek niet alleen betrekking had op de zorg voor haar kind, maar ook op haar eigen functioneren. De kinderrechter had de schriftelijke aanwijzing van de GI bekrachtigd, wat de moeder in hoger beroep aanvecht.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de GI. De vader was niet verschenen. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de GI gehoord en heeft overwogen dat de kinderrechter niet buiten het toepassingsgebied van de wettelijke regelingen is getreden. Het hof concludeert dat de schriftelijke aanwijzing van de GI betrekking heeft op de verzorging en opvoeding van het kind en dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar verzoek in hoger beroep, omdat het wettelijk rechtsmiddelenverbod niet doorbroken kan worden.
De beslissing van het hof is dat de moeder niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek in hoger beroep, waarmee de eerdere beschikking van de kinderrechter in stand blijft.