In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die de bezwaren tegen aanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ongegrond verklaarde. De rechtbank had de aanslagen verminderd tot een belastbaar inkomen van € 6.000, maar de verzuimboete van € 369 gehandhaafd. Belanghebbende had geen aangifte gedaan voor het jaar 2014, wat leidde tot omkering en verzwaring van de bewijslast. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur de aanslagen terecht heeft opgelegd, maar dat de schatting van het inkomen van belanghebbende op € 30.000 niet redelijk is. Het Hof vermindert de aanslagen tot € nihil en vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens de verzuimboete. De Inspecteur moet het griffierecht vergoeden aan belanghebbende. De uitspraak is gedaan op 30 april 2019.