Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de bezwaren van belanghebbende tegen de opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ongegrond heeft verklaard. De zaak betreft de aanslagen voor het jaar 2013, waarbij belanghebbende een bedrag van € 43.185 aan inkomsten uit een persoonsgebonden budget heeft genoten. De inspecteur heeft de aanslagen opgelegd op basis van een redelijke schatting, omdat belanghebbende geen aangifte heeft gedaan. Belanghebbende heeft in beroep gesteld dat de aanslagen te hoog zijn vastgesteld en dat er sprake is van een schending van de hoorplicht. Het hof heeft vastgesteld dat belanghebbende niet is verschenen op de zitting en dat zijn verzoek om uitstel van de zitting is afgewezen. Het hof oordeelt dat er geen schending van de hoorplicht is, omdat belanghebbende niet om een hoorzitting heeft verzocht. Daarnaast is het hof van oordeel dat de inspecteur de aanslagen op een redelijke manier heeft geschat en dat de verzuimboete terecht is opgelegd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.