Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 19 september 2018;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties;
- een journaalbericht van mr. Van de Gevel van 21 maart 2019 met producties;
- een journaalbericht van mr. Verweij van 24 maart 2019 met producties.
3.De feiten
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum] 2008, en
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum] 2011,
4.De omvang van het geschil
- echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de man, met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, aan de vrouw € 935,- per maand zal betalen als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud (verder ook: partneralimentatie), telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- bepaald dat de kinderen hun hoofdverblijf bij de vrouw zullen hebben;
- bepaald dat de man met ingang van 1 januari 2018 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (verder ook: kinderalimentatie) € 601,- per kind per maand aan de vrouw zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- bepaald dat de in het ouderschapsplan opgenomen regeling als in de beschikking opgenomen moet worden beschouwd, en
- de proceskosten aldus gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt.