ECLI:NL:GHARL:2019:3713
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van een kwetsbaar jong kind met medische problematiek en de rol van de grootmoeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een zeer kwetsbaar jong kind, geboren in 2017, met ernstige medische problematiek. De moeder van het kind, die het gezag uitoefent, heeft in hoger beroep vier grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 23 november 2018, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verlengd. De moeder verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en de grootmoeder (oma) niet meewerken aan de vereiste netwerkscreening, die noodzakelijk is om te beoordelen of het kind bij de grootmoeder kan worden geplaatst. De raad voor de kinderbescherming heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing in het belang van het kind noodzakelijk is, en dat er een goede samenwerking tussen de opvoeder(s) en hulpverleners cruciaal is, gezien de complexe zorgbehoeften van het kind. Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor uithuisplaatsing aanwezig zijn en dat de GI niet kan worden verplicht om het kind bij de grootmoeder te plaatsen zonder een netwerkscreening.
De moeder heeft tijdens de zitting aangegeven dat zij samen met de grootmoeder de zorg voor het kind wil dragen, maar het hof heeft vastgesteld dat zij niet in staat is om dit zelfstandig te doen. De moeder heeft een psychiatrisch verleden en een laag intelligentieniveau, wat haar opvoedingscapaciteiten beïnvloedt. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van het kind voorop staat. Het hof heeft de moeder en grootmoeder aangespoord om samen te werken met de GI om de kans op plaatsing van het kind bij de grootmoeder te vergroten.