Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overwegingen omtrent het bewijs voor het primair ten laste gelegde
(hierna te noemen: [benadeelde] )ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Verdachte heeft in alle stadia van het strafproces ontkend zich daaraan schuldig te hebben gemaakt. Hij heeft verklaard op genoemde datum in het geheel niet in de betreffende bosschage, het [bosschage] te [gemeente] , te zijn geweest. De rechtbank heeft in haar vonnis van 28 augustus 2018 geoordeeld dat er weliswaar aanwijzingen zijn voor het daderschap van verdachte, maar dat dit op grond van het voorhanden zijnde bewijsmateriaal niet buiten redelijke twijfel is vast te stellen. De officier van justitie is van de daarop volgende integrale vrijspraak in hoger beroep gekomen.
(hierna te noemen: [getuige 1] )buiten te spelen. Om ongeveer 16.15 uur komt [benadeelde] thuis. Ze vertelt dat er 'iets heel ergs' was gebeurd. In een nabijgelegen bosje - nadien bleek op aanwijzing van [benadeelde] dat het het [bosschage] betreft - waren ze een man tegengekomen die hun vroeg hem te helpen zoeken naar zijn hondje [naam] , zwart van kleur. Dat wilden de meisjes wel. De man stuurt hen daartoe elk een andere kant op. Hij loopt mee met [benadeelde] . Even later wrijft de man over haar blote buik en - over haar broek - over haar plassertje, zo vertelt [benadeelde] , terwijl zij die handelingen voordoet. De man haalt zijn piemel uit de rits en wrijft daarover. Ze komt tegen 'prikkelbosjes' aan, roept 'au, au, au' en maakt zich uit de voeten. [benadeelde] is overstuur. Ze huilt bij haar verhaal. Moeder en [benadeelde] gaan naar het bosje om [getuige 1] te zoeken. Zij heeft de man gezien, maar is doordat zij een andere kant op is gegaan geen getuige geweest van de hiervoor genoemde handelingen. Beiden verklaren dat het een 'echte mijnheer' was, geen kind. Hij had een bruine (zonne)bril op en een donkerblauw petje, donkere kleren, zwarte schoenen met een witte streep en een soort van baardje. Tegen verbalisanten zegt [benadeelde] ook nog: Het was een kleine man. En tegen haar moeder zegt [benadeelde] desgevraagd dat de man goed Nederlands sprak. [getuige 1] zegt: Niet zo oud als pappa. [getuige 1] 's vader is in 1974 geboren, verdachte in 1983.
'politie [gemeente] ',
' [krant] ',
'burgernet'en
'politie onderzoek [gemeente] ', evenals de zoekvraag
'politie start onderzoek naar mogelijke zedenverdachte'.
'beschuldigt van aanranding'en
'valse beschuldiging zedendelict'. Verdachte heeft erkend deze zoektermen te hebben ingevoerd en wel vanwege zijn eerdergenoemde recente veroordeling ter zake van een zedendelict. Hij heeft desgevraagd voorts verklaard dat hij reeds zo'n twee jaar over mobiel internet beschikt. Het hof stelt vast dat dat niet het geval is. Uit dossierpagina 193 blijkt dat hij dit eerst op 11 maart 2018 op zijn telefoon heeft geïnstalleerd. Mede gelet op zijn ontkenning dat hij op 11 maart 2018 aanwezig is geweest in het [bosschage] met het ten laste gelegde als gevolg, acht het hof die installatie en de door hem in de daaropvolgende dagen ingebrachte zoektermen zonder meer belastend. Er was, indien de ontkennende verklaring van verdachte wordt gevolgd, geen reden om juist op die dag mobiel internet te installeren en juist in de daarop volgende dagen voornoemde zoektermen in te voeren. Anders dan op 25 maart 2018 was er op 11 maart 2018 nog geen sprake van een verdenking.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Vordering tenuitvoerlegging (18-930148-17)
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- T-mobile usb-stick, nummer 994995;
- Computer, xbox 360, nummer 995019;
- Computer, merk Acer, nummer 995019.
€ 462,46 (vierhonderdtweeënzestig euro en zesenveertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
9 (negen) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
150 (honderdvijftig) dagen.