Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 12 september 2018;
- het verweerschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Zeegers van 28 januari 2019 met producties;
- een journaalbericht van mr. Germs van 29 januari 2019 met producties, en
- een journaalbericht van mr. Zeegers van 31 januari 2019 met producties.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
mogelijkfiscaal aftrekbaar zijn. Onder andere dienen partijen gezamenlijk een verklaring voor de Duitse belastingdienst te ondertekenen en verder dient de vrouw in Duitsland volledige openheid van zaken over haar inkomen te geven. Van deze voorwaarden waren partijen bij het aangaan van het convenant niet op de hoogte, althans dat is gesteld noch gebleken. Evenmin volgt dat uit het echtscheidingsconvenant. Uit het huidige debat tussen partijen – en het feit dat de communicatie tussen partijen verstoord is - maakt het hof verder op dat het voor partijen in de praktijk niet mogelijk is (gebleken) om aan die voorwaarden te voldoen. Vast staat in elk geval dat partijen aan die voorwaarden in de afgelopen jaren geen uitvoering hebben gegeven. Dat betekent dat als de man partneralimentatie gaat betalen, deze inmiddels niet meer aftrekbaar is. Omdat bij door de rechter vast te stellen partneralimentatie wél rekening wordt gehouden met fiscale aftrekbaarheid, bestaat er dus een wanverhouding tussen het bedrag waartoe de rechter zou hebben beslist en die welke partijen zijn overeengekomen. Grief 1 faalt derhalve.