[C] heeft verklaard dat hij in 2014 als medewerker bij de vestiging van M4P Sneek is begonnen en een arbeidsovereenkomst had voor 24 uur per week. Hij heeft volgens zijn eigen verklaring tot juli 2015 in de winkel in Sneek gewerkt.
[C] heeft eerst meegeholpen het pand klaar te maken voor het starten van de winkel. Over de staat van het pand bij de aanvang van zijn werkzaamheden heeft [C] het volgende verklaard:
“Zo heb ik de muren gesausd op de begane grond. Ook is de kantoorruimte op de eerste verdieping aan de voorzijde gebruiksklaar gemaakt. Aan de ruimte op de eerste verdieping aan de achterzijde die als opslagruimte is gaan dienen, is weinig gedaan. Die ruimte op de eerste verdieping aan de achterzijde maakte op mij een vervallen indruk. Als u mij vraagt wat op de muren zat op de begane grond en op de kantoorruimte op de eerste verdieping dan is dat volgens mij behang geweest. Als u mij vraagt of er ook plastic in het pand was gespannen dan herinner ik mij alleen het plastic voor de trap van de eerste naar de tweede verdieping. Met dat plastic werd de toegang tot de tweede verdieping afgesloten. Dat plastic trof ik aan en is niet door mij gespannen.
Als u mij vraagt naar gaten in de muren dan heb ik die alleen in dat gedeelte op de eerste verdieping aan de achterzijde gezien. Dat waren vrij grote gaten. Ik schat dat op zo’n 10 á 20 centimeter. In mijn herinnering zijn dat zo’n 2 á 3 gaten geweest. Je kon door die gaten heen zien en je zag enige ruimte en dan een andere muur. Ik weet niet of dat de muur van het buurpand was. Ik weet dat niet zeker. Verder herinner ik mij niet dat voor die gaten plastic was aangebracht. Die gaten in de muur waren mij niet meteen opgevallen. Eerst ben ik vooral bezig geweest met de inrichting van de begane grond en het klaarmaken van het kantoorgedeelte op de eerste verdieping aan de voorzijde. Maar na enige tijd, ik vermoed na enkele maanden, vielen mij die gaten bij het neerzetten of weghalen van spullen op de eerste verdieping aan de achterzijde op. Ik heb dat gemeld aan de eigenaar [E] en ook aan de collega’s met wie ik werkte. Ik weet niet of er toen wat tegen die gaten gedaan is. Het was koud en wat vochtig, maar volgens mij is er niets aan gedaan.
Het kozijn op de eerste verdieping aan de achterzijde was niet goed. Dat kozijn hebben wij ook niet opgeknapt. Ik heb de eigenaar en mijn collega’s op de slechte staat van dat kozijn achter gewezen. Het kozijn op de eerste verdieping aan de voorzijde was ook niet goed. Maar daar kwam het kantoorgedeelte zodat wij dat kozijn hebben opgeknapt. Voor de time being was het daarmee verholpen.”
Gevraagd naar de door M4P Sneek gestelde lekkages heeft [C] het volgende verklaard:
“U vertelt mij dat er op enig moment op verzoek van de verhuurder een loodgieter herstelwerkzaamheden aan het dak heeft verricht. Ik ben daar niet bij geweest. Ik heb de lekkage wel meegemaakt. Als u mij vraagt of met het herstel door de loodgieter de lekkage was verholpen, dan weet ik dat niet. Ik was vooral met de winkel bezig.
U zegt mij dat in het arrest staat dat de winkel in oktober 2015 is dichtgegaan. U vraagt mij of er toen nog lekkage was. Ik heb daar geen idee van. Als u mij vraagt waar de lekkage was dan was dat op de begane grond aan de achterzijde. Daar was een put in de vloer waar buizen doorheen liepen, vermoedelijk ook riolering. Daar liep water doorheen. De muur naast die put was vochtig. Verder herinner ik mij geen lekkage op de begane grond. Als u mij vraagt of er een lekkage was in een kantoorgedeelte aan de voorzijde van het pand dan kan ik daarover niets verklaren. Ik kwam daar nooit. Voor wat betreft de opslagruimte op de eerste verdieping aan de achterzijde kan ik zeggen dat die ruimte niet geïsoleerd was en het daar vochtig en kil voelde. Ik heb in die ruimte niet naar lekkage gezocht. Ik weet ook niet van lekkage op de tweede verdieping.
Als u mij vraagt of de lekkage na de werkzaamheden van de loodgieter waren verholpen dan zeg ik u dat in mijn herinnering het niet veel beter was. En dan heb ik het over de lekkage bij de put op de begane grond aan de achterzijde.
Nu u dit zo hebt gedicteerd, wil ik opmerken dat ik tot juli 2015 in Sneek gewerkt heb. Ik ben toen vertrokken omdat ik een andere baan had.”
Over de mogelijke gevolgen van de lekkage – stroomstoringen, schimmelvorming, stankoverlast en vallende plafondplaten – heeft [C] verklaard:
“Als u mij vraagt of er wel eens stroomstoring is geweest dan herinner ik mij alleen het uitvallen van het aircosysteem. In mijn herinnering is de heer [E] daarop gewezen en heeft die contact gezocht met de verhuurder. Volgens mij was het snel verholpen. Ik heb geen herinnering aan andere stroomstoringen.
Als u mij vraagt naar stankoverlast dan is dat er inderdaad geweest, vooral op de begane grond. Vooral als het heftig had geregend en water door die put stroomde, was er stankoverlast. Je moet weten dat die stank dan niet meteen weg is als het ophoudt met regenen. Als u mij vraagt naar schimmelvorming dan zeg ik u dat ik op de begane grond achter de trap bij die put en die vochtige muur schimmelvormige verkleuringen heb gezien. Als u mij vraagt of die schimmelvormige verkleuring er ook al was toen ik bezig was de begane grond voor de winkel klaar te maken dan zeg ik u dat ik dat toen niet heb gezien. Die schimmelvormige verkleuring is later gekomen.
Als u mij vraagt of er plafondplaten in het pand waren dan zaten die volgens mij op de begane grond en in het kantoorgedeelte. Ik heb geen herinnering hoe het in de rest van het pand zat. Toen wij het pand hebben ingericht, zijn een aantal van die platen vernieuwd. Later zijn een aantal platen in het plafond in het achtergedeelte van het pand op de begane grond wat bol getrokken. Ik heb het over het gedeelte waar die put zit en waar die muur vochtig was. Met een aantal platen bedoel ik zo’n 2 á 4 platen. Aan de grootte van die platen heb ik geen herinnering. Ik heb ook geen herinnering of er platen zijn gevallen.
Als u mij vraagt naar de situatie in augustus en september 2015 dan heb ik daaraan geen herinnering omdat ik toen niet meer voor M4P werkte.”
Voorts is als getuige gehoord [D] , een kandidaat franchisenemer van de winkel in Sneek.
Over zijn bekendheid met het pand heeft [D] verklaard:
“U vraagt mij of ik het pand aan het Grootzand 74 in Sneek ken. Ik ken dat pand omdat ik daar een aantal weken in heb gelopen. Dat is in 2014 of 2015 geweest. Het precieze jaar weet ik niet meer. Ik liep daar rond omdat het de bedoeling was dat ik de winkel op franchisebasis zou overnemen, zodat ik in de winkel meedraaide. Ik kwam daar geregeld en wat de tijden betreft kwam ik zoals het mij uitkwam.”
Op de vraag naar de lekkages in het pand heeft [D] verklaard:
“Als u mij vraagt naar een lekkage in het pand dan herinner ik mij een inpandige put op de begane grond halverwege de linkerzijde van het pand. Daar lag een regenpijp of zoiets en stroomde water doorheen. Ik heb één keer gezien dat de vloerbedekking nat was. Ik heb gehoord dat dit kwam doordat er een lekkage was. Ik heb aangenomen dat dit kwam door het overstromen van de put. Ik weet niet hoe het herstel van die natte vloerbedekking is geweest. Als u mij vraagt naar andere lekkages in het pand dan heb ik alleen nog wetenschap van een lekkage aan het dak. In mijn aanwezigheid is daarover gebeld en toen is iemand gekomen om de lekkage te herstellen. In mijn waarneming heeft hij er naar gekeken en was hij na 5 minuten weer weg met de opmerking dat het dak niet goed was. Ik weet niet of er daarna nog iets met het dak is gebeurd. Ik heb ook geen herinnering op welke dag dit heeft plaatsgevonden. Ook weet ik niet de naam van degene die voor het herstellen van het dak was gekomen.”
Over de mogelijke gevolgen van de lekkage – schimmelvorming, stankoverlast, stroomstoring en vallen van plafondplaten – heeft [D] verklaard:
“Als u mij vraagt naar schimmelvorming dan heb ik dat op de eerste verdieping gezien. Ik heb geen herinnering meer aan waar ik dat op die verdieping gezien heb en hoe het eruit zag. Ik weet wel dat het schimmelvorming op de muur was, maar hoe groot weet ik niet meer.
Voor wat betreft de stankoverlast kan ik verklaren dat er in de hele winkel een aantal keren een stanklucht heeft gehangen. Die stanklucht was er niet voortdurend maar als het er was, was het een indringende geur. Ik heb geen idee wat de oorzaak van die stankoverlast is, maar neem aan dat het door die lekkage komt, maar zeker weten doe ik dat niet.
Ik heb één keer een stroomstoring meegemaakt. Alle lampen gingen uit. Ik ben toen weggegaan. Ik weet niet hoe die stroomstoring is gekomen en ik weet ook niet hoe die stroomstoring is hersteld. Toen ik weer in het pand kwam, was het wel verholpen.
Ik herinner mij dat op de begane grond gipsplaten aan het plafond waren aangebracht. Ik heb daar verder geen bijzondere herinneringen aan. Zo herinner ik mij niet of er een plafondplaat is gevallen of dat plafondplaten zijn vervangen.”