Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 juni 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden‑Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde] van het leven te beroven, met dat opzet met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, die [benadeelde] meermalen heeft gestoken in het hoofd, het gezicht, de rug en/of een arm, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op of omstreeks 20 juni 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden‑Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, te weten de [adres 2] , in elk geval op of aan een openbare weg in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde] en [slachtoffer] , welk geweld bestond uit het meermalen (met kracht) slaan, stompen en schoppen tegen het hoofd en lichaam van die [benadeelde] en die [slachtoffer] , en het snijden en/of steken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht, het hoofd, de rug en de arm, in elk geval in het lichaam van die [benadeelde] en die [slachtoffer] en het slaan met een honkbalknuppel tegen het lichaam van die [benadeelde] .
Overwegingen met betrekking tot het bewijs van het onder 1 ten laste gelegde
Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
Bewezenverklaring
hij op 20 juni 2015 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde] van het leven te beroven, met dat opzet met een mes die [benadeelde] heeft gestoken in het gezicht, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
stak. De rechtbank volgt dan ook deze verklaringen. De verklaring van [benadeelde] dat hij pas tijdens de worsteling met verdachte toen hij door verdachte werd geslagen/gestoken zijn vuurwapen heeft gepakt en hij toen pas heeft geschoten, wordt niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel in het dossier. De verklaring van [benadeelde] dat hij tijdens de worsteling met [verdachte] zijn vuurwapen uit zijn tasje dat om zijn schouder hing pakte en het vuurwapen vervolgens tijdens de worsteling doorlaadde is ook niet geloofwaardig. Niet valt in te zien hoe [benadeelde] dat met één hand tijdens de worsteling heeft kunnen doen. [benadeelde] moet op dat moment het vuurwapen al in zijn handen hebben gehad.