ECLI:NL:GHARL:2019:3133
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opzetaanrijding en bewijsvermoeden in verzekeringsrecht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van [Appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 28 februari 2018. [Appellant] had een vordering ingesteld tegen ASR Schadeverzekering N.V. voor een schadevergoeding van € 16.000 en een nader te begroten bedrag aan letselschade, na een aanrijding met zijn auto (Mercedes) waarbij hij schade had opgelopen. ASR weigerde echter te betalen, stellende dat er sprake was van een opzetaanrijding, waarbij [Appellant] de aanrijding opzettelijk in scène had gezet om een verzekeringsuitkering te verkrijgen. ASR vorderde op haar beurt een bedrag van € 2.423,49 van [Appellant] wegens onjuiste inlichtingen die geleid hadden tot extra kosten voor onderzoek en expertise.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld aan de hand van de dagvaarding, de memorie van grieven en de memorie van antwoord. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter overgenomen en de bezwaren van [Appellant] tegen het eerdere vonnis besproken. De bezwaren van [Appellant] waren onder andere gericht tegen de aangenomen botssnelheid, de waarde van de auto en de relatie tussen [Appellant] en de andere betrokken partij. Het hof concludeerde dat de bezwaren niet opgingen en dat het vermoeden van een opzetaanrijding gerechtvaardigd was op basis van de feiten en omstandigheden die door de kantonrechter waren vastgesteld.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en [Appellant] veroordeeld in de proceskosten van ASR. De kosten voor de procedure in hoger beroep werden vastgesteld op € 1.978 voor griffierecht en € 1.391 voor salaris advocaat. Het arrest is uitgesproken op 9 april 2019.