Uitspraak
[Appellant],
[Geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
primairhet laatstverdiende salaris van € 11.491,75 bruto,
subsidiairhet gemiddelde van het in 2016 ontvangen salaris van
meer subsidiair70% van het laatstverdiende salaris van € 8.044,23;
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven I, II en III, die zich voor gezamenlijke behandeling lenen, zijn gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat de dertiende maand geen deel uitmaakt van het loon bij ziekte en de daaruit volgende afwijzing van de vorderingen van [Appellant] .
“100% van het salaris (basissalaris en vakantiegeld)”en gedurende de tweede 52 weken van arbeidsongeschiktheid
“70% van het salaris (basissalaris en vakantiegeld)”ontvangt.
“SALARIS”,zijn, onder de kopjes
“Basissalaris”en
“Jaarlijkse bonus”, het basissalaris en de jaarlijkse bonus uitgewerkt. In artikel 9, onder de kop
“VAKANTIETOESLAG”,is de regeling omtrent het vakantiegeld opgenomen. In artikel 11, onder de kop
“ANDERE VERGOEDINGEN”, is onder meer de regeling omtrent de dertiende maand opgenomen. In artikel 16, onder de kop
“DOORBETALING SALARIS BIJ ZIEKTE”, is overeengekomen dat
“Werknemer gedurende 52 (…) weken van arbeidsongeschiktheid (…) 100% van het salaris (basissalaris en vakantiegeld) (…) en gedurende de tweede periode van 52 weken 70% van het salaris (basissalaris en vakantiegeld)”ontvangt.
“Employment Offer”, waarin staat vermeld:
“BASE ANNUAL SALARY: 155000 EUR (including holiday pay, 13th month)”,leidt het hof niet tot een ander oordeel.
grief IV, gericht tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg.
“ANDERE VERGOEDINGEN”, en de onkostenvergoeding ook niet genoemd is als loonbestanddeel in artikel 16 van de arbeidsovereenkomst, zal de vermeerderde eis worden afgewezen op dezelfde gronden als hiervoor ten aanzien van de dertiende maand genoemd.