ECLI:NL:GHARL:2019:3098
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- I.P.H.M. Severeijns
- M. Keppels
- M. Nooijen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na geweldsdelict tegen meerdere personen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 2002, was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijk geweld tegen meerdere personen, maar heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 26 maart 2019 heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal bestudeerd, die vrijspraak voor de verdachte had gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte schuldig te verklaren voor het tenlastegelegde feit, dat zich op 22 september 2017 in Baarn zou hebben afgespeeld. De verdachte zou in vereniging geweld hebben gepleegd tegen twee personen, wat resulteerde in lichamelijk letsel bij een van hen.
Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen tot een bedrag van € 100,00, werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan het ten laste gelegde. Het hof heeft de benadeelde partij in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, aangezien er geen bewijs was dat de verdachte de schade had veroorzaakt. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de griffier aanwezig waren.