Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
a) de ballenbak is vanaf december 2004 gesloten na een bezoek van de inspectie
Uit de door [Appellant] als productie 18 bij memorie van grieven overgelegde correspondentie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, valt op te maken dat de ballenbak, die al omstreeks 1 juni 2000 door Eurofleur in gebruik was genomen, niet was goedgekeurd door een aangewezen instelling, hetgeen reden was om de ballenbak te verzegelen. Dit euvel komt niet voor rekening en risico van [Appellant] , maar voor rekening en risico van Eurofleur, zodat daarin geen reden kan worden gevonden om [Appellant] van een tekortschietende bedrijfsvoering te betichten. Dit klemt te meer nu tijdens comparitie van partijen bij het hof door partijen is verklaard dat er geen voorinspectie van het gehuurde heeft plaatsgevonden, waarbij [Appellant] zou kunnen zijn gewezen op dit euvel aan de ballenbak en zich daarmee akkoord zou hebben verklaard.
De door Eurofleur vermelde omstandigheid dat [Appellant] de huurtermijnen over de maanden januari, februari en deels maart 2017 te laat heeft betaald, vormt weliswaar een tekortkoming van [Appellant] , maar deze tekortkoming kan, gelet op de hiervoor onder 4.9 en 4.10 vermelde omstandigheden, niet worden aangemerkt als een dermate ernstige tekortkoming dat zij ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Het hof verwijst in dit kader naar het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810, waarin is overwogen dat onderzocht moet worden of de tekortkoming, gelet op alle omstandigheden van het geval, de ontbinding rechtvaardigt en dat ten gunste van de schuldenaar bijvoorbeeld rekening kan worden gehouden met het feit dat hij na het intreden van zijn verzuim de achterstallige bedragen alsnog heeft betaald of met de omstandigheid dat de schuldenaar zich niet bewust was van de tekortkoming. Beide omstandigheden doen zich hier voor.
De overige overschrijdingen van de betaling van de huurtermijnen van enkele dagen zijn voorts dermate gering, dat zij evenmin, ook niet in samenhang met de hiervoor vermelde tekortkoming, ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigen.