In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor verhuizing van de moeder met haar kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Maas-Looijen, verzocht het hof om toestemming om met de kinderen naar de gemeente [gemeente] te verhuizen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. F. Boor, verzet zich tegen deze verhuizing. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de zorgregeling die sinds oktober 2017 tussen de ouders geldt en de ondertoezichtstelling van de kinderen door de gecertificeerde instelling Stichting Samen Veilig Midden-Nederland.
De moeder heeft verschillende redenen aangevoerd voor haar verzoek tot verhuizing, waaronder de noodzaak om een nieuwe baan te vinden en de vermeende slechte schoolprestaties van de kinderen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de argumenten van de moeder niet voldoende zijn om de verhuizing te rechtvaardigen. De rechtbank had eerder het verzoek van de moeder afgewezen, en het hof heeft deze beslissing bevestigd. Het hof heeft geconcludeerd dat de belangen van de kinderen en de vader zwaarder wegen dan de belangen van de moeder bij de verhuizing. De huidige zorgregeling, die goed functioneert, zou door de verhuizing ernstig verstoord worden. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd.