Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 23 augustus 2018;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep, tevens aanvullende grief met producties;
- een journaalbericht van mr. Van Veenendaal-Stolk van 14 januari 2019 met producties, en
- drie journaalberichten van mr. Goes van 14 januari 2019 met producties, van 15 januari 2019 met producties, en van 17 januari 2019.
3.De feiten
- [kind 1] (verder: [kind 1] ), geboren op [geboortedatum] 2001;
- [kind 2] (verder: [kind 2] ), geboren op [geboortedatum] 2004 te [plaats] en
- [kind 3] (verder te noemen: [kind 3] ), geboren op [geboortedatum] 2007 te [plaats] ,
- € 197,- per kind als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding en
- € 997,- als bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw.
4.De omvang van het geschil
- hij aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen € 103,- per kind per maand dient te betalen met veroordeling van de vrouw tot terugbetaling van al hetgeen zij in dat verband op grond van de bestreden beschikking van hem te veel heeft ontvangen en
- de vrouw aan hem een vergoeding voor het gebruik van de voormalige echtelijke woning dient te betalen van € 525,60 per maand en de vrouw daartoe te veroordelen,
5.De motivering van de beslissing
- [kind 1] en [kind 3] de ene week van donderdag 17.00 uur tot vrijdag naar school en de andere week van donderdag na school tot maandag naar school, waarbij [kind 3] in verband met zijn voetbalactiviteit in het laatstgenoemde weekend van vrijdagavond tot na het voetballen op zaterdag desgewenst bij de vrouw verblijft;
- [kind 2] op donderdag na school tot en met het avondeten op die dag.
- zijn bruto maandinkomen van € 6.353,-
- 8% vakantietoeslag
- € 30,- belaste vergoeding
- € 425,- pensioenpremie per maand en
- een – kennelijk niet renderend – vermogen van € 100.000,-
6.De slotsom
7.Aanhechten draagkrachtberekeningen
8.De beslissing
- [kind 1] en [kind 3] de ene week van donderdag 17.00 uur tot vrijdag naar school en de andere week van donderdag na school tot maandag naar school, waarbij [kind 3] in verband met zijn voetbalactiviteit in het laatstgenoemde weekend van vrijdagavond tot na het voetballen op zaterdag desgewenst bij de vrouw verblijft;
- [kind 2] op donderdag na school tot en met het avondeten op die dag.
- [kind 1] : € 157,30,
- [kind 2] : € 343,90 en
- [kind 3] : € 157,30,