Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
Woonborg,
1.Het verloop van de procedure in eerste aanleg
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven (met producties).
10 april 2018 wordt vernietigd, dat de vorderingen van Woonborg alsnog worden afgewezen en Woonborg veroordeeld wordt tot terugbetaling (te vermeerderen met wettelijke rente) van wat [appellanten] c.s. op grond van het te vernietigen vonnis aan Woonborg hebben voldaan, een en ander met veroordeling van Woonborg in de proceskosten in beide instanties, te vermeerderen met nasalaris.
3.De vaststaand feiten
In het relaas wordt verder onder meer opgemerkt:
“
Tussengrens 46-48, 50, 52 en 54-56 is midden tussenmuur naar voren en achteren verlengen (tot kant mandelig pad en tot bestaande voorgrens.Tussengrens 48-50 (van Noord-West naar Zuid-Oost) verlengde kant muur, kant muur, midden tussenmuur, kant muur, verlengde kant muur tot aan kant muur schuur, aangekomen op kant muur schuur zoekt de grens midden tussenmuur schuur op, deze wordt naar achteren verlengd.”.
“
Ik heb u per brief geïnformeerd n.a.v. de bevindingen van de gemeente, zowel Woonborg als de gemeente hebben geen overbouw of diefstal van grond geconstateerd evenals de aanbouw die vergunning vrij mag worden gebouwd staat op de erfgrens.Helaas kunnen wij hierin verder niets voor u betekenen, mocht u het niet eens zijn met onze bevindingen laat Woonborg u vrij door het kadaster een nieuwe meting te laten verrichten op uw eigen kosten.”
door € 100,- per maand niet te betalen, later door de helft van de verschuldigde huur te betalen en nog later de volledige huur onbetaald te laten.
”
Met verbazing heb ik kennis genomen van u schrijven d.d. 23 augustus 2017.Temeer daar ik een dag tevoor telefonisch contact heb gehad met Woonborg.Ik heb hun aangeboden de achterstallige huur te voldoen op voorwaarde, dat ik antwoord krijg op mijn aangetekende brief van 22 december 2016.”
In een brief van 24 september 2017 schreef [appellant] onder meer:
“
Ik had u en Woonborg voorgesteld om de achterstallige huur over te maken, op voorwaarde dat ik antwoord zou krijgen op mijn aangetekende brief van 22 december 2016.Zoals u kunt vaststellen is dat niet gebeurd.We huren ongeveer 30 jaar een strook van 6 meter en 30 centimeter met daarop de woning met bijbehorend schuurtje.Dit geldt ook voor iedere tussenwoning van dit type.Naar mijn mening kan Woonborg daar niets van verkopen.Heb wel de indruk dat ze zich daar bewust van zijn, daarom reageren ze niet op telefoon, bezoek, brieven, zelfs op aangetekende brief geen antwoord.Het lijkt mij verstandig de betaling van de huur op te schorten, tot we weer een rechte strook van 6,30 meter huren.”
4.De vorderingen, het verweer en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
grief 1op tegen het oordeel van de kantonrechter dat zij het verweer, door niet te dupliceren, onvoldoende hebben onderbouwd. Volgens hen berust dit oordeel op een juridische en feitelijke misslag. Het hof stelt bij de bespreking van deze grief voorop dat [appellanten] c.s. met de kwalificatie ‘misslag’ geen recht doen aan het vonnis van de kantonrechter. Van een misslag is sprake bij een evidente fout. Dat van een dergelijke, voor ieder duidelijke, fout sprake is, volgt niet uit de toelichting van [appellanten] c.s. op de grief. [appellanten] c.s. miskennen dat zij in eerste aanleg hun verweer zeer summier hebben onderbouwd en dat zij de gelegenheid niet hebben benut om dat verweer verder te onderbouwen, naar aanleiding van de reactie van Woonborg op dat verweer. Onder deze omstandigheden is het oordeel van de kantonrechter dat [appellanten] c.s. hun verweer onvoldoende hebben onderbouwd niet onjuist, laat staan dat het een misslag is.
grief 2, voor zover daarin wordt opgekomen tegen toewijzing van deze vorderingen. De grieven falen voor zover zij zijn gericht tegen de toewijzing van de vordering tot betaling van de achterstallige huur met rente en kosten.