Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummers 16-659123-13 en 16-652053-14, tegen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van een gewapende overval op een shoarmazaak en voor het opzettelijk aanwezig hebben van hennep. Het hof heeft de zaak onderzocht naar aanleiding van de terechtzitting van 12 maart 2019 en de eerdere zittingen in eerste aanleg. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor de overval, maar het hof kwam tot een andere bewijsbeslissing.
Het hof oordeelde dat de vingerafdruk van de verdachte op de weggenomen kassalade niet als bewijs kon dienen voor zijn betrokkenheid bij de overval. Er was geen duidelijkheid over het moment en de wijze waarop dit spoor was ontstaan. De verdachte had verklaard dat zijn vingerafdruk op de kassalade mogelijk was ontstaan toen hij in een tas keek die na de overval in zijn woning was aangetroffen. Het hof concludeerde dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval, en sprak hem vrij van de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 16-659123-13.
In de tweede zaak, met parketnummer 16-652053-14, werd de verdachte wel schuldig bevonden aan het opzettelijk aanwezig hebben van hennep. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was, maar legde geen straf of maatregel op, gezien de geringe hoeveelheid hennep en het tijdsverloop sinds de feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte in de ene zaak vrijsprak en in de andere zaak schuldig verklaarde zonder strafoplegging.