Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[Geïntimeerde 1]
[Geïntimeerde 2] ,
[Geïntimeerde 3] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de curator van een failliet verpleeghuis, Diafaan, tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland. De kinderen van een overleden patiënt, [Vader], hebben vorderingen ingesteld om inzage in en afschrift van het medisch dossier van hun vader te verkrijgen. De curator heeft geweigerd deze inzage te geven, met als argument dat hij niet bevoegd is om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. Het hof heeft in zijn uitspraak de feiten en omstandigheden rondom de ziekte en het overlijden van [Vader] uiteengezet, evenals de juridische context van de geheimhoudingsplicht die geldt voor medische dossiers, zelfs na het overlijden van de patiënt.
Het hof oordeelt dat de curator, ondanks zijn rol in het faillissement, verplicht is om de geheimhoudingsplicht te respecteren, tenzij er voldoende concrete aanwijzingen zijn dat een inbreuk op deze plicht gerechtvaardigd is. De kinderen hebben niet aangetoond dat er geen alternatieven zijn om de benodigde informatie te verkrijgen en hebben onvoldoende bewijs geleverd dat het medisch dossier cruciaal is voor hun vorderingen tegen [Stiefmoeder van de kinderen]. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en wijst de vorderingen van de kinderen af, waarbij het hen ook in de proceskosten veroordeelt.