Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. M. Helmantel te Sappemeer.
[de rechthebbende],
verder te noemen: de rechthebbende,
kantoorhoudend te [D] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Helmantel van 8 november 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Helmantel van 5 februari 2019 met productie(s).
3.Feiten
4.De omvang van het geschil
12 september 2018. Zijn grieven zien op het verloop van de procedure in eerste aanleg en de gronden waarop de kantonrechter tot ontslag is overgegaan van [verzoeker] als bewindvoerder. Hij verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, te bepalen dat hij (weer) tot bewindvoerder is/wordt benoemd over de gelden en de goederen van de rechthebbende.
5.De motivering van de beslissing
5.2 Voor zover [verzoeker] volhardt in zijn bezwaar dat de rechthebbende niet is gehoord overweegt het hof als volgt. Het hof heeft de rechthebbende in de gelegenheid gesteld om in het hoger beroep te worden gehoord. In dit kader is ook door [verzoeker] erkend dat de rechthebbende is opgeroepen om ter zitting bij het hof te verschijnen. [verzoeker] heeft desgevraagd verklaard dat hij er bewust van af heeft gezien om de rechthebbende mee te nemen naar de zitting en/of haar naar de zitting te laten gaan. Ook is het hof niet verzocht om de rechthebbende op locatie te horen. Onder deze omstandigheden ziet het hof geen reden de rechthebbende alsnog in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. Het hof heeft daarbij mede in overweging genomen dat het hof geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de informatie van [verzoeker] dat de rechthebbende graag wil dat [verzoeker] haar bewindvoerder blijft.