Parketnummer: 21-001230-16
Uitspraak d.d.: 6 maart 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 22 februari 2016 met parketnummer 05-720129-15 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1975,
wonende te [woonplaats] .
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 september 2017, 8 februari 2019, 20 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden, mr. A.A. Franken en mr. A. de Bruijne, naar voren is gebracht.
Omvang van het hoger beroep
Blijkens de akte rechtsmiddel van 4 maart 2016 en de schriftuur van 18 maart 2016 is het hoger beroep van de officier van justitie enkel gericht tegen de beslissing van de rechtbank ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
Verdachte heeft geen hoger beroep ingesteld.
De omvang van het hoger beroep is daarmee beperkt tot het onder 2 tenlastegelegde feit.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep -voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen- vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom in zoverre opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - tenlastegelegd dat:
2:
hij op of omstreeks 16 juni 2015, althans in de periode van 1 januari 2015 tot en met 16 juni 2015, te Arnhem en/of Doesburg en/of elders in Nederland ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord, en/of het opzettelijk een ontploffing te weeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, opzettelijk voorwerpen en/of stoffen te weten ongeveer 12 (twaalf) zogenaamde pijpbommen (te weten 10 (10) kleinere pijpbommen en 2 (twee)grote pijpbommen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Op dinsdag 16 juni 2015 te 15.10 uur kwam bij de Centrale Meldkamer Gelderland Midden de telefonische melding binnen, dat een man met een vuurwapen voor perceel [adres] zou staan. Er werd bij vermeld, dat de man ook een tas met wapens bij zich zou hebben. Direct werden diverse eenheden ter plaatse gezonden en werd verdachte aangehouden. Naast de fiets van verdachte werd een blauw/witte sporttas aangetroffen. De verbalisanten hoorden de verdachte roepen dat hij explosieven bij zich had die op batterijen werkten en dat hij deze al lang had kunnen laten ontploffen. Na zijn aanhouding werd verdachte naar het politiebureau vervoerd. Verbalisanten hoorden verdachte zeggen dat hij veel verstand had van wapens en dat hij bommen maakte. Hij zou vandaag naar het politiebureau in [plaats] geweest zijn om [wijkagent] wat aan te doen. Omdat in het politiebureau niemand open deed, is hij vervolgens naar de [locatie] gegaan.
Ter plaatse werd door personeel van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) een onderzoek aan de tas ingesteld. Hierbij werd aangegeven dat alle benodigdheden voor het maken van een explosief in de tas werden aangetroffen, zoals kruit, lont, batterijen, elektriciteitsdraad en gloeiampullen. Röntgenopnamen van de staven gaven aan dat deze gevuld waren met een substantie en tien van de staven waren van een lont voorzien.
Op twee staven was een elektriciteitsdraad aangebracht en aan deze draad was een rood blokje gekoppeld.
Na deze analyse werden de staven en het kruit in de tas overgebracht naar een afgelegen terrein, waar de goederen gecontroleerd tot ontploffing werden gebracht. Nadat de EOD eerst twee staven had laten exploderen, werd na deze explosie het plan ter plaatse aangepast daar de explosie groter was dan verwacht. Er werd besloten om de staven in twee groepjes van vijf te verdelen, in plaats van de tien staven tegelijkertijd te laten exploderen. De resten van de staven en het achtergebleven residu in de staven werden door de EOD voor nader onderzoek veiliggesteld
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde. Voor verdachte was op grond van algemene ervaringsregels voorzienbaar dat de pijpbommen die hij had gemaakt bij ontploffing veel schade en/of brand konden veroorzaken. Dat is voldoende voor de bewezen verklaring van het ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde. Er is geen bewijs dat de voorwerpen die verdachte bij zich had, waren bestemd om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen en die voorwerpen dienden evenmin ter voorbereiding van dat misdrijf.
Bovendien heeft de rechtbank in haar vonnis terecht overwogen dat uit het door het NFI opgestelde rapport van 9 oktober 2015 blijkt dat geen uitspraak kan worden gedaan over de gevaarzetting van de constructies die verdachte bij zich had, waardoor niet kan worden vastgesteld of een reëel ontploffingsgevaar bestond en dus ook niet of gemeen gevaar voor goederen of (levens)gevaar voor een ander te duchten was. Die overweging van de rechtbank is nog steeds valide en moet ook in hoger beroep tot vrijspraak van dit feit leiden.