Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 17 augustus 2018;
- het verweerschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Wubbeling van 31 januari 2019 met producties en aanvulling gronden en wijziging van het verzoek, en
- een journaalbericht van mr. Siebenga-Moggré van 4 februari 2019 met producties.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- zich bevoegd verklaard te oordelen over de echtscheiding en de echtscheiding uitgesproken;
- op grond van artikel 4 lid 3 sub b Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geen rechtsmacht aangenomen ter zake ouderlijke verantwoordelijkheid omdat – samengevat - de rechtbank niet in staat is het belang van het kind naar behoren te beoordelen;
- zich bevoegd verklaard kennis te nemen van het verzoek om kinder- en partneralimentatie maar de verzoeken van de vrouw afgewezen;
- het verzoek tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap bij gebrek aan concrete verzoeken afgewezen.
- i) de wijze waarop de echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken bedoeld in artikel 1:247 Burgerlijk Wetboek (BW) verdelen of het recht en de verplichting tot omgang bedoeld in artikel 1:377a lid 1 BW vormgeven;
- ii) de wijze waarop de echtgenoten elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van [minderjarige] ;
- iii) de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] .
- subsidiair [minderjarige] aan de vrouw toe te vertrouwen en te bepalen dat zijn hoofdverblijfplaats bij haar zal zijn, onder de bepaling dat de man maandelijks bij vooruitbetaling een bedrag van € 262,- uithoofde van kinderalimentatie zal voldoen en onder vaststelling van een contactregeling die het hof juist acht;
- primair en subsidiair te bepalen dat de man maandelijks bij vooruitbetaling een bedrag van € 572,- aan partneralimentatie zal voldoen over de periode van 2 november 2017 tot 1 september 2018.
- Kosten rechtens.
5.De motivering van de beslissing
.[minderjarige] woont bij zijn grootmoeder in [land] . Over de gezondheid van [minderjarige] (en de grootmoeder) lopen de meningen van partijen uiteen.