In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep inzake de curatele van [verweerder]. De ouders van [verweerder] hebben in hoger beroep verzocht om de curatele op te heffen, terwijl [verweerder] zelf ook heeft verzocht om beëindiging van de curatele. De rechtbank Gelderland had eerder, in een beschikking van 17 mei 2018, het verzoek tot opheffing van de curatele afgewezen en de ouders ontslagen als curatoren, waarbij de Gelderse Stichting tot Beheer & Bewindvoering (GSBB) als opvolgend curator was benoemd. Het hof heeft de zitting gehouden op 15 februari 2019, waarbij zowel de ouders als [verweerder] aanwezig waren, maar GSBB niet. Het hof heeft vastgesteld dat [verweerder] in het verleden onder curatele was gesteld vanwege een stoornis en dat er nog steeds een rechtelijke machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis loopt. Ondanks de verbeteringen die [verweerder] zegt te hebben doorgemaakt, heeft het hof geen overtuigende bewijsstukken ontvangen die aantonen dat de curatele kan worden opgeheven. Het hof heeft daarom besloten de curatele in stand te houden, maar heeft de ouders opnieuw als curatoren benoemd, aangezien zij al sinds de eerdere beschikking als curatoren hebben opgetreden. De uitspraak is op 14 maart 2019 gedaan en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ingeschreven in het openbare centraal curatele- en bewindregister.