In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de behoeftebepaling van twee minderjarige kinderen centraal, in het kader van de kinderalimentatie na de scheiding van hun ouders. De man en de vrouw, die samen een ouderschapsplan hebben opgesteld, zijn in geschil over de hoogte van de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen. De rechtbank Midden-Nederland had eerder bepaald dat de man € 400,-- per kind per maand moest betalen, maar de man is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en vastgesteld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij geen draagkracht heeft om de alimentatie te betalen. De man heeft geen recente financiële gegevens overgelegd, waardoor het hof niet kon vaststellen of hij inderdaad geen draagkracht heeft. Het hof heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op basis van de tabel 'Eigen aandeel van ouders in de kosten van kinderen' en het netto gezinsinkomen van de ouders tijdens hun samenwoning.
Uiteindelijk heeft het hof de kinderalimentatie vastgesteld op € 50,-- per kind per maand, met ingang van 1 september 2017, en de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.