In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 12 maart 2019, wordt de uitleg van een bepaling in een arbeidsovereenkomst besproken met betrekking tot loondoorbetaling in het tweede ziektejaar. De zaak betreft een geschil tussen appellanten, vennoten van Autra Payrolling en Detachering V.O.F., en de geïntimeerde, die in dienst was bij Autra. De arbeidsovereenkomst van de geïntimeerde liep van 2 september 2013 tot 31 augustus 2016, met een loondoorbetalingsverplichting van 90% in het eerste ziektejaar en 70% in het tweede ziektejaar. De geïntimeerde heeft aanspraak gemaakt op 90% loondoorbetaling in het tweede ziektejaar, terwijl de appellanten slechts 70% hebben betaald. Het hof oordeelt dat de bepaling in de arbeidsovereenkomst moet worden uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf, waarbij niet alleen de taalkundige betekenis van de woorden, maar ook de bedoelingen van partijen in aanmerking moeten worden genomen. Het hof komt tot de conclusie dat de bepaling inderdaad inhoudt dat de geïntimeerde recht heeft op 90% loondoorbetaling in het eerste ziektejaar en 70% in het tweede ziektejaar. Daarnaast wordt het rechtsvermoeden van artikel 7:610b BW besproken, dat van toepassing is wanneer de feitelijke arbeidsomvang hoger is dan de overeengekomen arbeidsduur. Het hof gelast een comparitie van partijen om verdere inlichtingen te verkrijgen over de arbeidsomvang en de vordering van de geïntimeerde.