ECLI:NL:GHARL:2019:2052

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 maart 2019
Publicatiedatum
6 maart 2019
Zaaknummer
21-004026-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep met verzoeken van de verdediging

In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 6 maart 2019, wordt een aantal verzoeken van de verdediging behandeld in het kader van het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, die momenteel verblijft in PI Overijssel, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 6 juli 2018. Tijdens de regiezitting op 20 februari 2019 heeft de verdediging verschillende verzoeken ingediend, waaronder het verzoek om in het bezit te worden gesteld van alle auditief opgenomen verhoren van getuigen en het horen van specifieke getuigen en deskundigen. Het hof heeft het verzoek om de verhoren te beluisteren toegewezen, maar het verzoek om het tuinstoelkussen te laten onderzoeken en het horen van bepaalde deskundigen afgewezen, omdat deze verzoeken onvoldoende onderbouwd waren. Het hof heeft ook besloten om ambtshalve getuigen te horen en heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst, met een maximale duur van drie maanden. De verdachte was niet aanwezig tijdens de uitspraak, die werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004026-18
Uitspraak d.d.: 6 maart 2019
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 6 juli 2018 met parketnummer 08-952843-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1982] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
thans verblijvende in PI Overijssel, HvB Karelskamp, Almelo te Almelo.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Op de regiezitting van 20 februari 2019 heeft de verdediging de volgende verzoeken gedaan.
Verzoek om in het bezit te worden gesteld van alle auditief opgenomen verhoren en gesprekken van de getuigen [getuige 8] en [getuige 7]
De verdediging wenst in het bezit te worden gesteld van alle auditief opgenomen verhoren en gesprekken van de getuigen [getuige 8] en [getuige 7] , teneinde - kort gezegd - zelf te kunnen bepalen wat er precies door die getuigen is verklaard.
De advocaat-generaal verzet zich niet tegen het beluisteren van de verhoren en gesprekken maar wel tegen het verstrekken hiervan aan de verdediging.
Het hof wijst het verzoek toe. Het hof zal opdracht geven aan de advocaat-generaal om een gegevensdrager met de verzochte gesprekken en verhoren toe te voegen aan het strafdossier en een kopie hiervan aan de raadsman te verstrekken, onder door de advocaat-generaal te stellen voorwaarden die zien op het waarborgen van geheimhouding en de privacy van de betrokkenen.
Verzoek tot het horen van [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4]
De verdediging wenst [getuige 1] en [getuige 2] (ambulancemedewerkers) en
[getuige 3] en [getuige 4] (deskundigen bij het NFI) als getuigen te horen over - kort gezegd - de gestelde mogelijkheid van contaminatie bij het onderzoek naar biologische sporen op de inbeslaggenomen messen.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot het horen van deze personen.
Het hof acht het horen van [getuige 1] en [getuige 2] als getuigen noodzakelijk. Het verzoek daartoe wordt derhalve toegewezen. Deze getuigen zullen door de raadsheer-commissaris worden gehoord.
Het hof wijst het verzoek tot het horen van [getuige 3] en [getuige 4] af, nu het verzoek daartoe onvoldoende is onderbouwd. Door afwijzing van dit verzoek is verdachte redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.

Verzoek tot het doen onderzoeken van het tuinstoelkussen op sporen

De verdediging heeft verzocht om het gelabelde tuinstoelkussen op sporen te laten onderzoeken.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van dit verzoek.
Het hof is van oordeel dat het laten onderzoeken van dit tuinstoelkussen - gelet op de gegeven onderbouwing van het verzoek - niet noodzakelijk is. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

Verzoek tot het horen van deskundigen [getuige 5] en [getuige 6]

De verdediging wenst de deskundigen [getuige 5] (NFI) en [getuige 6] (NFI) te horen over de vraag hoe lang het slachtoffer nog in leven had kunnen blijven met het bij dit slachtoffer geconstateerd letsel.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van dit verzoek.
Het hof wijst het verzoek tot het horen van deze deskundigen af, nu het verzoek onvoldoende is onderbouwd. Door afwijzing van dit verzoek is verdachte redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.

Ambtshalve horen van getuigen

Het hof acht het noodzakelijk om (ambtshalve) ook de volgende getuigen door de raadsheer-commissaris te laten horen.
  • [getuige 7]
  • [getuige 8]
  • [getuige 9]
  • [getuige 10]
  • [getuige 11]
  • [getuige 12]
  • [getuige 13]
  • [getuige 14] (verbalisant)
  • [getuige 15] (verbalisant)

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
Geeft opdracht aan de advocaat generaal om een gegevensdrager aan het dossier toe te voegen met daarop alle auditief opgenomen verhoren en gesprekken van de getuigen [getuige 8] en [getuige 7] , en een kopie hiervan te verstrekken aan de verdediging onder de hierboven genoemde voorwaarden.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
  • [getuige 1] , geboren op [1964] , wonende te [woonplaats 2] ;
  • [getuige 2] , geboren op [1975] , wonende te [woonplaats 3] ;
  • [getuige 7] , geboren op [1976] , wonende te [woonplaats 4] ;
  • [getuige 8] , geboren op [1990] , wonende te [woonplaats 4] ;
  • [getuige 9] , geboren op [1981] , wonende te [woonplaats 5] ;
  • [getuige 10] , geboren op [1974] , wonende te [woonplaats 6] ;
  • [getuige 11] , geboren op [1984] , wonende te [woonplaats 7] ;
  • [getuige 12] , geboren op [1991] , wonende te [woonplaats 8] ;
  • [getuige 13] , geboren op [1986] , wonende te [woonplaats 9] ;
  • [getuige 14] (verbalisant);
  • [getuige 15] (verbalisant).
Wijst af de verzoeken tot het horen van [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6] .
Wijst af het verzoek tot het laten onderzoeken van het tuinstoelkussen.
Bepaalt dat het onderzoek voor onbepaalde tijd wordt geschorst, welke schorsing in verband met de klemmende reden dat het nog uit te voeren onderzoek en het zittingsrooster van het hof een eerdere voortzetting niet toelaten, langer is dan één maand, maar niet langer dan drie maanden.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte en aan de benadeelde partijen.
Aldus gewezen door
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. H. Heins en mr. I.P.H.M. Severeijns, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. W.B. Kok, griffier,
en op 6 maart 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 6 maart 2019.
Tegenwoordig:
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. L.P. den Hollander, advocaat-generaal,
mr. R. Jansen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.