Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
de gemeente Woudenberg(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 23 mei 2017, waarin de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 46 te [Z] werd vastgesteld op € 318.000 door de heffingsambtenaar van de gemeente Woudenberg. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de waarde verlaagd tot € 290.000. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 11 december 2018 is het geschil over de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2014 aan de orde gekomen. De heffingsambtenaar heeft de waarde verdedigd op basis van een taxatierapport, maar het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de door hem verdedigde waarde niet aannemelijk heeft gemaakt. Belanghebbende heeft ook niet kunnen onderbouwen dat de waarde maximaal € 231.000 is. Uiteindelijk heeft het Hof de waarde van de woning vastgesteld op € 250.000. Het hoger beroep is gegrond verklaard, en de heffingsambtenaar is veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van belanghebbende.