Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van de kinderen [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader heeft sinds de eerdere beschikking eenhoofdig gezag over de kinderen, wat heeft geleid tot meer rust in hun leven. De moeder, die in hoger beroep ging, verzocht het hof om de eerdere beschikking te vernietigen en het gezag weer gezamenlijk te maken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de huidige situatie, waarin de vader het eenhoofdig gezag heeft, in het belang van de kinderen is. De ouders hebben een verleden van conflicten en wantrouwen, wat heeft geleid tot een onrustige opvoedingsomgeving. De kinderen zijn onder toezicht gesteld en hebben een kwetsbaar verleden. Hoewel er positieve ontwikkelingen zijn in de situatie van de moeder, zoals het verbeteren van haar persoonlijke omstandigheden, is het hof van mening dat het risico op hernieuwde conflicten tussen de ouders te groot is. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De hoop is uitgesproken dat de ouders de positieve lijn in hun samenwerking voortzetten.