Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. I.E. Leenhouwers, en de raadsman van de benadeelde partij, mr. R.H. Bouwman, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
hij op of omstreeks 5 augustus 2017 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente 1] (voorheen [gemeente 2] ), (in [pension] ) [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer 1] opzettelijk met een mes in het (boven)lichaam te steken en/of te snijden, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] is overleden;
hij op of omstreeks 5 augustus 2017 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente 1] (voorheen [gemeente 2] ), (in [pension] ) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, met een mes in de buikstreek, althans het lichaam, te steken en/of te snijden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 5 augustus 2017 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente 1] (voorheen [gemeente 2] ), (in [pension] ) aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een op meerdere plaats(en) geperforeerde dunne darm, althans zwaar letsel aan de ingewanden, heeft toegebracht door die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, met een mes in de buikstreek, althans het lichaam, te steken en/of te snijden.
Bewezenverklaring
hij op 5 augustus 2017 te [plaats] , in [pension] [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer 1] opzettelijk met een mes in het bovenlichaam te steken, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] is overleden;
hij op 5 augustus 2017 te [plaats] , in [pension] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] meermalen, met een mes in de buikstreek te steken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Sinds februari 2016 woonde betrokkene in [pension] waar hij zich, naar eigen zeggen en bevestigd door getuigen, vooral terugtrok op zijn eigen kamer en zich niet bemoeide met de medebewoners. Hij gaf ‘s nachts veel overlast omdat hij veel in zichzelf praatte en daarbij hele gesprekken leek te voeren met niet aanwezige anderen, hetgeen een aanwijzing vormt voor het horen van stemmen (akoestische hallucinaties).
Daar door boos geworden steekt betrokkene[…]
met een mes in op beide slachtoffers, waarbij hij zich niet bekommert om de consequenties hiervan. Hoewel hij zich hierin niet verliest, geeft hij aldus uiting aan zijn beperkte agressie- en impulscontrole en hij wordt niet gehinderd door een adequaat geweten of enige vorm van (slachtoffer)empathie. Ook achteraf worden slachtofferempathie, spijt of wroeging niet gezien. In wat betrokkene vertelt en wat getuigen verklaren, is er geen aanleiding om te veronderstellen dat het ten laste gelegde een emotionele ontlading is van anderszins opgebouwde woede of agressie, los van het conflict van dat moment.[…]
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 6.120,00 (zesduizend honderdtwintig euro) bestaande uit € 120,00 (honderdtwintig euro) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 6.120,00 (zesduizend honderdtwintig euro) bestaande uit € 120,00 (honderdtwintig euro) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
65 (vijfenzestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.